De Nederlandse topsport heeft tijdens de coronacrisis bewezen dat ze meer dan voorheen middenin de samenleving staat, meent technisch directeur Maurits Hendriks van sportkoepel NOC*NSF. "TeamNL is meer dan een verzameling van onze nationale topsporters die alleen aan medailles denkt, het is boven alles een overtuiging. De overtuiging dat je het onmogelijke mogelijk kunt maken als je je maar hard genoeg inspant", zei hij bij een persmeeting over de toekenning van de topsportgelden.
Dat was goed te zien in de eerste weken van de lockdown, zegt Hendriks. "Onze topsporters toonden dat je op een creatieve manier kunt blijven sporten. Ze kwamen met leuke oefeningen voor thuis of in de schoolklas. Wij konden onze kennis die we hadden opgedaan voor de verwachte hitte op de Spelen van Tokio inzetten voor personeel op de intensive care. Ik geloof dat we onze koelvesten in achttien ziekenhuizen hebben aangeboden. Het zijn prachtige voorbeelden van de bijdrage van de sport aan de maatschappij."
Hendriks is ook trots op de voortrekkersrol die de topsport heeft gespeeld om het besmettingsgevaar van het virus tegen te gaan. "We werden gedwongen hard na te denken over hoe we de sportcomplexen weer open konden krijgen en zijn met doortimmerde anderhalvemeterprotocollen gekomen. Die hebben de sport veel goodwill opgeleverd, want kijk maar naar de routekaart van de Rijksoverheid; zelfs als het land in de hoogte besmettingsgraad verkeert, is de topsport uitgezonderd van sluiting. We zijn in staat gebleken een veilige omgeving te creëren voor onze topsporters."
Veel van die topsporters zijn heel goed die coronaperiode doorgekomen, vindt de technisch directeur, die verwijst naar de mondiale topprestaties van Femke Bol en Sifan Hassan op de atletiekbaan, de wielrensters Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen en de equipe die een record aan medailles oogstte op de EK roeien. "Zij bewijzen dat er heel hard op een goede manier is doorgewerkt."
Maar Hendriks constateert ook dat veel topsporters niet weten hoe ze ervoor staan omdat hun (internationale) competities nog steeds stilliggen. "Om die reden blijven we kritisch in dialoog met het kabinet en met name minister Van Ark van Sport. We willen, zodra het virus onder controle is en de ic's minder bezet zijn, de competities weer in gang brengen. Niet alleen omdat de sport verstrooiing biedt, maar vooral omdat onze topsporters competitie nodig hebben om zich goed voor te bereiden op de Olympische Spelen van Tokio."