De Tour de France brengt de wielrenners na een rustdag in Clermont-Ferrand een rit door het Centraal Massief. Het gaat in de tiende etappe op en af, zonder dat er sprake is van al te hoge cols. Het lijkt typisch een etappe voor een groep vroege aanvallers.
Na de start, iets na 13.00 uur in themapark Vulcania, volgen al snel twee beklimmingen, beide van de derde categorie. Meteen na de tussensprint, na een kleine 60 kilometer in Le Mont-Dore, volgt de zwaarste klim van de dag: de Col de la Croix Saint-Robert, geklasseerd in de tweede categorie. Richting finishplaats Issoire liggen nog twee hellingen van de derde categorie. De top van de laatste, de Côte de la Chapelle Marcousse, ligt op iets minder dan 30 kilometer voor de finish. Daarna gaat het in dalende lijn naar Issoire waar één keer eerder werd gefinisht. In 1983 won de Fransman Pierre Le Bigaut er de rit. De eerste renner wordt iets voor 17.30 uur verwacht.
De Deen Jonas Vingegaard staat opnieuw in de gele trui aan het vertrek. Zijn naaste belager Tadej Pogacar uit Slovenië, tweede in het klassement op 17 seconden, draagt de witte trui voor beste jongere. De Amerikaan Neilson Powless (berg) en de Belg Jasper Philipsen (punten) zijn de dragers van de andere truien in deze Tour.