Botsende belangen tussen renners, ploegen, organisatoren en sponsoren vormen volgens oud-wielrenner Bobbie Traksel de basis voor de vele valpartijen in de eerste dagen van de Tour de France. "Het is balanceren op een heel dun lijntje", zegt Traksel, voorzitter van de Vereniging van Beroeps Wielrenners (VVBW) en in de Tour actief als commentator op Eurosport. "De ploegen en renners zouden veel meer samen moeten werken om te zorgen dat dit opgelost wordt. Maar door de verdeeldheid die er altijd is, gebeurt dat niet."
Traksel (39) zag het de afgelopen dagen hoofdschuddend aan. Al in de eerste etappe van de Tour vonden twee massale valpartijen plaats, waarvan de eerste werd veroorzaakt door een toeschouwer. Maandag ging het op weg naar Pontivy weer een paar keer flink mis. Een combinatie van factoren leidt volgens Traksel tot die valpartijen.
"Er staan steeds meer objecten en obstakels op de weg. Die zijn 364 dagen per jaar nodig om de veiligheid te waarborgen, maar 1 dag per jaar zijn ze gevaarlijk als de renners uit de Tour voorbij komen", zegt Traksel, in 2010 in stormachtige omstandigheden winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne. In de eerste Tourweek is de nervositeit in het peloton bovendien groot. "Iedereen wil zo snel mogelijk een rit winnen, iedereen wil voorin zitten. De belangen zijn zo groot. Daarom zie je vaak in de eerste week zoveel valpartijen."
Na de zware crash van sprinter Fabio Jakobsen, vorig jaar in de Ronde van Polen, hoopte Traksel dat de internationale wielerunie UCI en alle andere betrokken partijen de veiligheid van de renners serieus zou gaan verbeteren. "Ze hebben in België wat hekken aangepast, maar wat is er nou echt gebeurd? Dat frustreert me verschrikkelijk. Iedereen praat vanuit zijn eigen belangen. Voor organisatoren is het belangrijk dat ze een mooie koers hebben waar sponsoren veel geld voor willen betalen. De UCI zou veiligheid veel hoger op de aandachtslijst moeten zetten."
Een gezamenlijke aanpak is volgens Traksel noodzakelijk om de onveilige situaties in het peloton op te lossen. "De UCI is sterk omdat de rest zo zwak is. Ploegen en renners zouden als collectief moeten optrekken. Of er moet een renner opstaan die na een zware val zijn ploeg verantwoordelijk stelt, omdat die niet genoeg heeft gedaan om zijn veiligheid te waarborgen. Er is één iemand die echt een punt kan maken. Dat is voorzitter Gianni Bugno van de internationale wielervakbond CPA. Hij moet vanuit Italië met zijn helikopter naar Bretagne vliegen, dat ding voor het peloton op de weg neerzetten en zeggen: er rijdt helemaal niemand meer door tot er iets gebeurt aan de veiligheid van de renners. Dan maak je een punt."