Vier dagen was er stress bij triatlete Maya Kingma. De racefiets van Specialized waarop ze in Leeds de wereldtop versloeg was spoorloos. "Achtergebleven in Leeds. Ze waren vergeten hem in het vliegtuig te laden en de KLM wist zo gauw niet waar ie was gebleven."
De zorgen van Kingma waren begrijpelijk, want die fiets betekent alles voor haar. Het pronkstuk is volledig afgesteld op haar lichaam en moet haar over enkele weken in Tokio aan olympische roem helpen. "Na vier dagen wachten had ik ’m weer. Gelukkig, want zonder die fiets ben ik vrij kansloos.’’
De 25-jarige triatlete uit Breda opende haar seizoen al verrassend sterk met de derde plaats in de wedstrijd uit de WK-series in Yokohama, maar haar indrukwekkende zege in Leeds sloeg alles. Ze versloeg er de bijna complete wereldtop in een wedstrijd over de olympische afstand (1,5 km zwemmen - 40 km fietsen - 10 km hardlopen). "Ik had niet verwacht dat ik al zo goed zou zijn. Doel van dit seizoen was top tien standaard met af en toe een uitschieter, maar op winnen had ik niet gerekend. En dan ook nog eens Leeds, een van de grootste wedstrijden ter wereld."
Kingma nam door haar zege ook nog eens de leiding in het WK-klassement en is bijna vanuit het niets ineens medaillekandidaat in Tokio. "Dat is wel speciaal, maar ik ben niet per se de favoriete. Hoewel ik denk dat een medaille mogelijk is. Als je een van de grootste wedstrijden in de wereld kunt winnen, kun je ook de olympische wedstrijd winnen", aldus de Brabantse, die zaterdag in Rotterdam meedoet aan het NK, haar laatste test voor Tokio.
Veel zal afhangen van het wedstrijdverloop. Het parcours kent ze al van het testevent in 2019. "Het is technisch met veel bochten, dat ligt me wel. Draaien en keren en steeds opnieuw aanzetten. Dat kost kracht, maar ik ben een sterke fietser."
Kingma schrijft haar opvallende progressie toe aan de afgelopen twee blessurevrije jaren die ze heeft doorgemaakt. "Ik heb de eerste jaren op het nationale trainingscentrum in Sittard het generieke programma gevolgd en dat niveau was voor iemand die uit het zwemmen kwam te hoog gegrepen. Ik raakte door overbelasting voortdurend geblesseerd bij het hardlopen. Ik denk dat ik in die vier jaar training acht maanden heb kunnen hardlopen.’’
Het moest anders, besefte ze. "De laatste jaren doe ik het op mijn manier. Ik loop betrekkelijk weinig, om de dag, en ik maak ook beduidend minder kilometers dan mijn concurrenten. Ik moet het dus hebben van de kwaliteit van de hardlooptrainingen, maar mijn aanpak heeft gewerkt. Bij het zwemmen lukt het me altijd wel bij de eerste drie uit het water te komen, in het fietsen heb ik veel tijd gestoken, ook in de juiste techniek zoals het sturen in de bochten. Lopen was mijn zwakke plek, maar doordat ik zo lang zonder blessures ben, kan ik nu goed meekomen.’’
Het lopen hoeft niet bepalend te zijn voor de uitkomst van een race, zegt Kingma: "De wedstrijden van nu hebben een patroon. Het is heel hard zwemmen en vanaf kilometer 1 heel hard fietsen. Zaak is keihard doortrappen en niet nadenken. Meestal blijft er dan een klein groepje over dat bij het lopen gaat uitmaken wie er wint.’’