Wielrenner Wout van Aert begint zijn wegseizoen zaterdag met de Strade Bianche, de Italiaanse koers die hij vorig jaar op zijn naam schreef. De Belg van Jumbo-Visma zegt er klaar voor te zijn, ondanks dat het zijn eerste wegwedstrijd van 2021 is. "Ik voel me goed, zeker de laatste week en trek met een goed gevoel naar de Strade."
Van Aert reed vorig seizoen na de onderbreking door het coronavirus ook in de Strade Bianche weer zijn eerste koers. Dat was toen in de hitte in augustus en hij won meteen. "Het is niet dat we dat recept kopiëren", legt hij uit. "Maar het geeft wel vertrouwen dat ik na alleen training klaar kan zijn voor de koers."
Deze keer krijgen de renners aangename lentetemperaturen voorgeschoteld. Vrijdag en zaterdag wordt lichte regen voorspeld. "Vorig jaar beviel ook wel", verwijst hij naar zijn zege, "maar ik denk dat dit voor iedereen veel aangenamer is".
Na de verkenning van een deel van het parcours donderdag concludeert hij dat de grindstroken er beter bij liggen dat vorige zomer. "Toen lagen er nog veel putten, nu is het wat minder, al moet je wel nog altijd opletten. Als het droog blijft, wordt dat toch verraderlijk", denkt hij.
Van Aert ging na het crossseizoen drie weken op hoogtestage op de Teide in Tenerife en sloeg daarmee het weekend met de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne over. Hij zag wel iets van de wedstrijden terug.
"Ik heb gezien dat Julian Alaphilippe en Mathieu van der Poel er zware koersen van hebben gemaakt, vooral Mathieu zag er sterk uit. Maar er starten hier veel meer renners om in de gaten te houden. Het is een van de sterkste deelnemersvelden die je te zien krijgt. Veel klimmers doen ook mee zoals Jakob Fuglsang, Tadej Pogacar en Egan Bernal. Ik vind dat heel mooi, het toont aan hoeveel deze koers aan belang gewonnen heeft."