Van den Hoogenband: Nesty was een inspiratie

06 mei 2019, 21:05 Sport
puts evenaart record van den hoogenband
ANP
De Olympische Spelen van Seoul in 1988 zijn voor Pieter van den Hoogenband een inspiratie geweest voor zijn latere loopbaan als topzwemmer. Dat zei de chef de mission van Tokio 2020 en meervoudig olympisch kampioen maandag in een informele terugblik op zijn succesvolle loopbaan.
De 'kleine’ Van den Hoogenband was destijds zelf net een beetje begonnen als zwemmer, vooral omdat hij zich verveelde langs het bad bij de trainingen van zijn moeder. Toen hij de sport serieuzer ging nemen werd hij gefascineerd door Matt Biondi, de Amerikaan die in Seoul goud moest gaan winnen op de 100 meter vlinder.
PvdH zat destijds klaar voor de buis, zo zei hij op een bijeenkomst van de Nederlandse loterij en de Nederlandse Sportpers (NSP). Hij liet in Rijswijk de beelden zien van de finale, opgevraagd bij Eurosport. ,,Halverwege lag Biondi op schema, net onder het wereldrecord. Dat gaat lukken dacht ik. Maar kijk goed, op de laatste meters 'drijft’ hij naar de finish. Hij dacht dat hij er al was. Anthony Nesty daarentegen zet aan en wint. Met 1/100e verschil.’’
Nesty kwam uit Suriname. ,,Ik realiseerde me dat iemand uit een klein land dus goud kon winnen’’, zegt Van den Hoogenband. ,,Dat was een enorme inspiratie. Daarna ben ik serieus werk gaan maken van het zwemmen. Ik mocht van mijn moeder drie keer in de week drie kwartier trainen. Ja, dat heb ik later enigszins uitgebreid.’’
In Athene won Van den Hoogenband één van zijn gouden medailles met 1/100e verschil. Hij heeft zijn held Nesty daarna een keer ontmoet. ,,Dat was na mijn successen. Hij wilde met mij op de foto. Echt waar.’’
Van den Hoogenband, in Rijswijk sprekend als ambassadeur van de Nederlandse Loterij, zei dat het goed is voor kinderen om op jonge leeftijd aan meerdere sporten te doen. Zelf deed hij naast zwemmen onder meer aan hockey, voetbal en judo.
Voetballen deed hij nog met Boudewijn Zenden, de latere international. ,,Er is nog een reclame op gebaseerd’’, zei Van den Hoogenband. ,,Ik was die jongen die totaal niet kon voetballen en de bal uit de sloot moest halen. En later werd ik zwemmer. Mijn moeder vond het eerst niks. Je maakt jezelf belachelijk, zei ze. Later kon ze het wel waarderen. Mijn bedoeling was vooral kinderen te stimuleren door te gaan.’’