Wie is die relatief onbekende Nils van der Poel, de Zweedse schaatser die Patrick Roest op de eerste dag van de WK afstanden in Heerenveen op de 5000 meter verrassend van goud afhield? Voor de echte liefhebbers is de 24-jarige stayer, met een Nederlandse grootvader, niet helemaal een onbeschreven blad. In 2014 versloeg hij Roest al eens op de 5000 meter bij de WK junioren. Maar daarna kon hij zijn grote belofte niet inlossen.
Het leek erop dat Zweden in het langebaanschaatsen nog wat langer moest wachten op een definitieve opvolger van Tomas (Tommy) Gustafson, de man die in de jaren tachtig met drie keer olympisch goud op de lange afstanden furore maakte. Bij de Winterspelen van 2018 kwam Van der Poel niet verder dan de veertiende plek op de 5000 meter. Kort daarna nam hij revanche met een overwinning op de 10.000 meter bij de WK allround in Amsterdam. Niettemin hield de sportfanaat het schaatsen voor gezien, ging in militaire dienst en stapte over op ultrarunning, het lopen van wedstrijden over heel lange afstanden (100 kilometer en meer).
Vorig jaar kwam Van der Poel plotseling terug in beeld in de schaatswereld. Met nieuwe inspiratie en motivatie. Hij sloot zich opnieuw aan bij een trainingsprogramma van de bond, maar gaf daar met zijn eigen coach ook een geheel eigen wending aan. Trainen, trainen, en nog eens trainen was en is zijn devies. Je bent tenslotte liefhebber van extreme duursport, of je bent het niet. "Je kunt alleen de beste worden door het heel vaak te doen", zo luidt één van zijn motto's.
Met een baanrecord in december vorig jaar in Inzell op de 10.000 meter (12.46,91) liet Van der Poel voor de eerste keer van zich horen in zijn tweede schaatsleven. Daarna maakte hij indruk bij de EK allround vorige maand in Heerenveen. Hij won de 10.000 meter en eindigde als tweede op de 5000 meter. Roest wist als nieuwe Europees allroundkampioen genoeg: "Nils van der Poel is een heel gevaarlijke klant geworden op de lange afstanden."
Met ook nog een tweede plek op de 5000 meter (6.08,39) bij de tweede wereldbeker, achter de toen nog ongenaakbare Roest (6.05,95), steeg het aanzien van de kleurrijke Zweed eind vorige maand nog wat verder. Volgens zijn eigen inschatting heeft hij dit seizoen aan trainingskilometers op tempo al veertig keer een 10.000 meter gereden. Na zijn indrukwekkende machtsgreep donderdag op de WK behoeft hij verder geen nadere introductie meer: Nils van der Poel, schaatser van beroep, Zweedse hoop in bange dagen en nieuwe kwelgeest van de Nederlandse rijders met olympische ambities op de 5000 en 10.000 meter.