Haast vanzelfsprekend heeft Mathieu van der Poel het kopmanschap opgeëist voor de wegrace bij de WK wielrennen, over ruim drie weken in het Engelse Yorkshire. Alsof het niet pas zijn eerste optreden is bij de eliterenners belt hij wekelijks met bondscoach Koos Moerenhout over de samenstelling van de selectie. "We zitten op één lijn, de namen die hij noemt zijn voor mij in orde", zei Van der Poel woensdag in Antwerpen, waar de veldrijders van Corendon-Circus zich presenteerden aan de pers.
Het crossen begint komend weekeinde alweer, maar Van der Poel (24) is daar zelf nog helemaal niet mee bezig. De regerend wereldkampioen veldrijden vertrekt vrijdag naar Engeland voor deelname aan de Tour of Britain, een voorbereidingskoers. Op 29 september is zijn ultieme doel het veroveren van de regenboogtrui op de weg. Daarvoor is een goede ploeg handig. "Maar als je zelf niet goed bent heb je daar ook niks aan. Ik focus me dus vooral op mijn eigen vorm."
Hij vertelde in De Ark, een evenementenlocatie in de Antwerpse haven, de charme van het fietsen met landenploegen aan de ene kant wel te begrijpen. "Het is echt iets van vroeger, maar je hebt er cru gezegd weinig aan om met landgenoten te rijden. Dat is in het veldrijden al net zo. Ik ben kopman, maar ik verwacht ook niet dat iedereen vanaf kilometer 1 klakkeloos in mijn dienst rijdt."
Van der Poel lachte toen hem gevraagd werd of hij ook in een dienende rol zou kunnen rijden. "Dat is een scenario dat ik me niet gelijk kan voorstellen, maar we zien wel hoe de koers verloopt."
In 2013 werd hij wereldkampioen op de weg bij de junioren. Hij zei toen nog zeker vier jaar voor het veldrijden te gaan. Inmiddels heeft hij in die discipline twee wereldtitels bij de eliterenners veroverd en lonkt bovendien een hoofdrol op de mountainbike. Van der Poel werd al Europees kampioen en boekte dit jaar drie wereldbekerzeges op het onderdeel waarop hij in Tokio bij de Spelen goud wil veroveren. "Die overwinningen zijn me zeker zo veel waard als mijn zege in de Amstel Gold Race. Ik heb er drie jaar tegenaan zitten hikken."
Bij zijn eerste WK tussen de eliterenners verwacht hij een parcours dat doet denken aan de Gold Race, zijn eerste klassieke zege dit voorjaar. "Maar veel heb ik er nog niet van gezien en ik heb er nog nooit gekoerst. Op en af, veel smalle wegen, een beetje Limburgs dus. Het moet me liggen."