Mathieu van der Poel kwam in de finale van de Amstel Gold Race net tekort om een hoofdrol te vervullen. Achter Tom Pidcock eindigde de winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix als 22e in een groep op elf seconden van de Britse winnaar.
"Ik was wel oké, maar niet super", vertelde de wereldkampioen van Alpecin-Deceuninck, die niet mee was toen een aantal renners kort voor de Keutenberg versnelde. "Jammer, ze reden net iets eerder weg. Het was sowieso een moeilijke koers waarin je keuzes moet maken. Als ik spring, gaat iedereen mee. Ik had zeker niet de benen van de afgelopen weken, maar ik vond het toch leuk om weer eens 'de Amstel' te rijden."
Volgens Van der Poel, winnaar van de Gold Race in 2019, is de Limburgse heuvelkoers tactisch net iets lastiger dan bijvoorbeeld Vlaanderen. "Het is een ander soort wedstrijd, ik denk dat de ploeg het goed heeft gedaan, maar ik kom aan het einde misschien net een mannetje tekort."
Volgende week wacht nog Luik-Bastenaken-Luik, een koers die hij een keer eerder reed. In 2020 werd Van der Poel zesde achter de Sloveense winnaar Primoz Roglic. "Dat wordt een nog lastigere wedstrijd. Er doet ook nog 'ene Pogacar' mee. Maar ik heb er zin in. Ik ga deze week goed uitrusten en nog een keer goed knallen."