Van Gennip en Visser ontkennen dopegebruik

30 nov 2018, 7:43 Sport
van gennip en visser ontkennen dopegebruik
ANP

Voormalig schaatskampioenen Yvonne van Gennip en Ria Visser ontkennen ooit doping te hebben gebruikt in hun carrière. Dat zeggen ze in de Volkskrant en in een uitzending van Andere Tijden Sport als reactie op de onthullingen van die krant en het NPO-programma dat de schaatsbond KNSB in 1985 de diefstal van een koffer met urinemonsters heeft verzwegen.

Dat koffertje verdween op de slotdag van het EK in Nijmegen uit het dopinglab van het Radboud Ziekenhuis. Het vermoeden bestaat dat toenmalig bondsarts Rob Pluijmers had geëxperimenteerd met anabole steroïden en om die reden af wilde van de monsters. Dopingonderzoeker Douwe de Boer, destijds stagiair bij het dopinglab, beweert in de uitgebreide reconstructie dat Pluijmers het koffertje in de rivier De Waal heeft gegooid.

Van Gennip, op de Winterspelen van 1988 goed voor drie keer goud, en Visser eindigden dat EK onverwachts als tweede en vierde. Hun dopingmonsters zaten in het bewuste koffertje ,,Ik kan mezelf recht in de spiegel aankijken. Ik zou niet met mezelf kunnen leven als ik mijn prestaties niet op een eerlijke manier had behaald'', reageert Van Gennip.

Visser zegt dat ze destijds wel injecties kreeg met vitaminepreparaten. ,,Een arts is een persoon waar je op moet kunnen vertrouwen. Ik heb niet bewust of onbewust gebruikt. Er zijn momenten in de sport dat je boven jezelf uitstijgt. Dat is mij tijdens mijn schaatscarrière een aantal keren overkomen.''

Beide schaatssters zeggen nooit geweten te hebben van de verdwijning en nemen het de bond kwalijk er nooit open en eerlijk over te hebben gesproken. De bewuste bondsarts Pluijmers zegt in de Volkskrant dat hij op de dag van de diefstal een hersenbloeding heeft gehad. ,,Ik heb er totaal geen herinneringen aan.''