Liever 'veilig' naar zilver dan risico nemen en buiten de medailles eindigen. Zwemster Sharon van Rouwendaal hield in het warme water van Tokio haar hoofd koel tijdens de finale van de 10 kilometer. De olympisch kampioene van Rio 2016 nam in Odaiba Marine Park genoegen met zilver, achter de Braziliaanse Ana Marcela Cunha.
"Dit was het beste wat ik vandaag kon doen", zei Van Rouwendaal. "Ik heb hier mijn beste race tot nu toe in het open water gezwommen. Als ik het anders had aangepakt, was ik misschien wel vierde geworden. Dan moet je niet hebberig zijn. Ik kies er dan liever voor om slim en 'safe' naar zilver te zwemmen."
Voor iemand die gewend is om op gevoel te racen, had Van Rouwendaal opvallend berekenend gezwommen. De titelhoudster wist dat zij na haar twee gouden medailles op de EK van eerder dit jaar in Boedapest door iedereen als de topfavoriete werd gezien. "Het is heel lastig als iedereen naar je kijkt. Ik moest daarom een andere tactiek bedenken." Van Rouwendaal lag na de eerste van zeven rondes van 1435 meter zelfs bijna achteraan. Terwijl de zon steeds verder op kwam en de temperatuur opliep, zwom ze langzaam maar zeker naar voren toe.
"Als ik hier op kop was gaan zwemmen, dan was ik een beetje dood gegaan van de warmte of ze hadden me op het einde aan mijn heup teruggetrokken in het water", zei Van Rouwendaal, die bij het ingaan van de laatste ronde op de derde plek lag. Op het laatste rechte stuk naar de finish koos ze voor een andere lijn dan Cunha, die schuin voor haar zwom. "Met haar benen spettert ze heel veel water, daardoor kon ik de finish niet zien. Daarom ben ik iets naar links gegaan."
Van Rouwendaal trainde de afgelopen maanden bij haar nieuwe Duitse coach Bernd Berkhahn veel op het zwemmen van verschillende snelheden. "Ik kan nu niet alleen meer hard wegzwemmen, maar ook wachten en sprinten. Ik ben een echte openwaterzwemster geworden. In Rio was ik nog vooral een zwembadzwemster. Het enige plan dat ik daar had, was hard wegzwemmen. Ik ben nu zo sterk dat ik ook kan sprinten."
Het lukte de 27-jarige Nederlandse desondanks niet om Cunha in de finishstraat te passeren. De vreugde om plek twee was er niet minder om. "Als ik op het einde op kop was gaan zwemmen, had ik de rest meegenomen. Dan was ik misschien wel vierde of vijfde geworden. Dit was de beste openwaterrace voor mij. Ik hoor nu echt bij de besten. Het is niet meer zo dat ik de ene race goed ben en in de andere race tiende word of zo. Ik kan voor mijn gevoel altijd en overal een medaille halen. In Rio was ik fysiek niet fit, maar zwom ik vooral op karakter. Nu bleef ik kalm. Dit was het beste wat ik kon doen."