Schaatscoach Gerard van Velde kijkt de eerste dagen op de Olympische Spelen in Beijing zijn ogen uit. De olympisch kampioen van 2002 in Salt Lake City is onder de indruk van de appartementen in het olympisch dorp, maar nog meer van het schaatsstadion, de National Speed Skating Oval.
"We zijn de laatste tijd vooral heel veel bezig geweest met regeltjes en QR-codes. Je bent voorzichtig dat je niet besmet wordt, en dat gevaar is er nog steeds. Maar als je hier komt, zie je wel dat ze het heel erg goed hebben aangepakt. Het is hartstikke mooi aangekleed", aldus de trainer van Reggeborgh, het team van onder anderen de olympisch kampioenen Kjeld Nuis en Ireen Wüst.
Van Velde wist niet wat hij zag toen hij voor de eerste keer het schaatsstadion bezocht. "Dit is misschien wel de mooiste hal die ik heb gezien", zegt de voormalig sprinter, die nu voor de zevende keer aanwezig is bij de Olympische Spelen. "Hoe je met de bus hier in de kelder aankomt, het is echt groots. Thialf kan hier wel twee keer in. Ook de tribunes die steil oplopen, hoe je erin kijkt. Het is een fantastisch mooie ijsbaan. Het zou mooi zijn als wij zo’n hal hadden in Nederland."
De schaatsers hebben ook over het olympisch dorp weinig te klagen. "Het zijn natuurlijk appartementen die straks weer worden verkocht. Het voordeel daarvan is dat het ruim is opgezet. Iedereen heeft zijn eigen badkamer. Het zijn geen goedkope appartementjes waar we in zitten. Ik ben positief verrast door alles."
Van Velde vindt het contact met andere sporters dan langebaanschaatsers bij de Spelen een prettige bijkomstigheid. "Normaal gesproken zien we de shorttrackers nooit. Die zie je nu ook in de eethal, dat is gewoon leuk. We krijgen straks met Lindsay van Zundert er ook nog een kunstrijdster bij. Het is dan toch wel anders dan normaal."