Ruim anderhalf jaar nadat hij zijn loopbaan als wegrenner beëindigde, pakte Joris Nieuwenhuis op het WK veldrijden in Tabor het zilver achter de ongenaakbare Mathieu van der Poel. "Bij mijn terugkeer had ik wel doelen voor ogen, maar dit overtreft mijn verwachtingen", vertelde de Achterhoeker bij de NOS.
Ooit was hij een crosstalent met de wereldtitel bij de beloften in 2017 als bewijs. Maar Nieuwenhuis koos voor de weg, werd een gewaardeerde knecht bij Sunweb en later DSM en reed onder meer twee keer de Tour de France. Maar het voorbereidende werk in de sprints werd hem soms te gevaarlijk, bovendien is hij van huis uit iemand die liever zijn eigen plan trekt. "Ik ben meer thuis in deze sport en had twee jaar geleden wel voor ogen hoe ik het graag zou zien. Maar als ik het zo had uitgetekend zoals het nu verloopt, had ik mezelf voor gek verklaard."
Nieuwenhuis (27) reed de hele wedstrijd vrijwel onbedreigd als tweede op het zware parcours van Tabor. "Dit was het hoogst haalbare. Ik heb enorm afgezien de laatste ronden. Het ging op karakter en ik had gelukkig nog wat over omdat het een WK is. Ik voelde Michael Vanthourenhout dichterbij komen. In elke andere wedstrijd had ik het niet volgehouden. Maar dit is een WK, waar je van start tot finish geweldig wordt aangemoedigd en waar je het hele seizoen naartoe hebt geleefd."
Het zilver noemde Nieuwenhuis zijn 'tweede kers op de taart' na eerdere winst op het NK. "Ik ben gewoon heel blij hoe het gaat."