Max Verstappen heeft zich dit jaar bewezen als een van de beste Formule 1-rijders aller tijden. Zelden domineerde een coureur zo het seizoen als de Nederlander in zijn achtste jaar in de Formule 1. Als hij zondag in de Grote Prijs van Japan zijn twaalfde zege boekt én de snelste raceronde rijdt, stelt hij de titel al op vier races voor het einde veilig.
Dat is in de lange historie van de koningsklasse niet vaak vertoond. Het record is in handen van Michael Schumacher, die in 2002 in zijn Ferrari al na elf van de zeventien races de titel binnen had.
Verstappen veroverde vorig jaar zijn eerste wereldtitel in een meeslepend seizoen, waarin hij constant in gevecht was met Lewis Hamilton van Mercedes. De Red Bull-coureur en de Brit begonnen met een gelijk aantal punten aan de slotrace in Abu Dhabi. Het resultaat is bekend: Verstappen haalde in de laatste ronde van een bizarre race Hamilton in en kroonde zich tot kampioen.
Aanvankelijk leek een vergelijkbaar scenario ook dit jaar mogelijk. Alleen was niet Hamilton zijn tegenstrever, maar Charles Leclerc van Ferrari. De Italiaanse renstal had de ingrijpende verplichte aerodynamische aanpassingen zo goed doorgevoerd, dat er eindelijk weer een Ferrari over de circuits reed die kon winnen.
Dat deed Leclerc in de eerste fase van het seizoen. De fans zagen enerverende wiel-aan-wiel-duels tussen de Monegask en Verstappen. Met respect voor elkaar, want de leeftijdsgenoten kennen elkaar vanaf hun kindertijd, toen ze tegen elkaar kartten.
Verstappen kon de potentie van zijn Red Bull-auto in eerste instantie nog niet ten volle laten zien. Hij viel twee keer uit met technische problemen. In de vierde GP, op het circuit van Imola, begon feitelijk de heerschappij met een zogeheten super grand slam: poleposition, winst van de sprintrace en de hoofdrace en het rijden van de snelste raceronde.
Na nog twee zeges, in Miami en Spanje, nam hij de leiding in het kampioenschap. Vanaf dat moment was duidelijk dat Verstappen niet alleen beschikte over een sterke en snelle Red Bull, maar vooral dat hij als coureur zijn wil kon opleggen aan de rest van het veld, inclusief Leclerc en zijn teamgenoot Sergio Pérez. De Mexicaan hield een tijdje vol dat hij ook wilde meestrijden om de titel, maar moest nog voor de zomerstop lijdzaam toezien dat Verstappen hem keer op keer aftroefde.
Er waren nog wat kleine haperingen, zoals op Silverstone en in Oostenrijk. Ware suprematie toonde Verstappen in Hongarije en België met bijna ongelooflijke inhaalraces. Verstappen was vervolgens ongenaakbaar in zijn thuisrace in Zandvoort en boekte op Monza zijn vijfde zege op rij. De titel kon hem vanaf toen eigenlijk al niet meer ontgaan; het was wachten op de grand prix waarin het zou gebeuren. In Singapore lukte het nog niet, in Japan heeft hij een nieuwe kans.