Verweij en Schouten gekozen voor massastart

Koen Verweij en Irene Schouten zijn door bondscoach Geert Kuiper op voorhand aangewezen voor de olympische massastart in februari bij Pyeongchang 2018. Het is echter nog niet helemaal zeker dat beiden ook daadwerkelijk het olympische schaatsticket voor dit onderdeel krijgen. Dat hangt af van de uitkomst van het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) volgende week in Heerenveen, waarbij de massastart niet wordt gereden.

Bij dat allesbepalende evenement worden de olympische startbewijzen verdeeld, voor Nederland zowel bij de mannen als vrouwen zestien in totaal. Oranje mag met het maximale aantal van tien schaatsers en schaatssters deelnemen aan Pyeongchang 2018. Normaal gesproken horen Verweij en Schouten daarbij.

Voor de ploegachtervolging selecteerde Kuiper alvast Antoinette de Jong, Marrit Leenstra en Ireen Wüst. Hij wees voor de mannenploeg Sven Kramer, Jan Blokhuijsen en Verweij aan. Zij dienen zich, anders dan bij de massastart, op het OKT eerst nog te kwalificeren op een ander onderdeel om aanspraak te kunnen maken op het olympische startbewijs op de achtervolging.

De selectiecommissie langebaan (SCL) van de schaatsbond KNSB maakt voor de verdeling van de olympische tickets opnieuw gebruik van een rekenmodel. Op basis van deze 'kansenmatrix', opgesteld aan de hand van de internationale prestaties uit het recente verleden, kan worden becijferd op welke afstanden Nederlandse schaatsers de grootste kans maken op vooral gouden medailles. Daaruit volgt een selectievolgorde, met bij de mannen de 10.000 meter (titelhouder Kramer) en bij de vrouwen de 3000 meter (titelhouder Wüst) bovenaan.

De SCL heeft zowel bij de mannen als vrouwen recht op maximaal drie 'aanwijsschaatsers'. Daar maakt de commissie eventueel gebruik van bij jammerlijke incidenten met de toppers op het OKT (bijvoorbeeld ziekte, val of diskwalificatie). ,,We willen met de allerbeste ploeg naar de Winterspelen. Daardoor staat pas op 31 december, een dag na het OKT in Thialf, de olympische ploeg vast'', liet technisch directeur Arie Koops in Utrecht weten.