Natuurlijk zei Jonas Vingegaard dat de Tour de France pas beslist is in Parijs. Maar de 26-jarige Deen van Jumbo-Visma nam vier dagen voor het einde in de koninginnenrit naar Courchevel een normaal gesproken beslissende voorsprong op zijn Sloveense rivaal Tadej Pogacar. "Natuurlijk zijn we superblij. Het is moeilijk te beschrijven. Ongelooflijk dat ik nu meer dan 7 minuten voorsprong heb", zei Vingegaard na de zeventiende etappe in skioord Courchevel.
"De Tour is uiteraard nog niet voorbij. Tadej zal het blijven proberen. We zullen blijven vechten. We zijn nog niet in Parijs", bleef de Deen voorzichtig. "Er kan van alles gebeuren. Ik kan vallen of een slechte dag hebben. Ook zaterdag is er nog een zware rit. We moeten gefocust blijven." Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Pogacar, laat staan een andere renner, hem nog van zijn tweede Tourzege op rij kan afhouden.
Pogacar was vroeg in de rit ten val gekomen. Vingegaard had het zien gebeuren. "Ik zat achter hem toen hij viel. Een andere renner reed tegen hem aan. Het is jammer voor hem, we hebben daarna niet versneld en er niet van geprofiteerd. Of hij er verder last van heeft gehad weet ik niet."
Vingegaard moest kort onder de top van de Col de la Loze nog even met de voet naar de grond toen een auto tussen de vele toeschouwers op de weg tot stilstand was gekomen. "Het was een gekkenhuis. Het is mooi, zo veel publiek, maar het was ongelukkig dat dit gebeurde. Misschien kwam het omdat het een stuk was van 24 procent."
De Tour is nog niet beslist, hield hij vol. "Maar we zitten in een goede positie en we mogen tevreden zijn over hoe het hele team presteerde."