Nadine Visser heeft in de finale van de 100 meter horden op de WK in Doha geen medaille kunnen bemachtigen. De 24-jarige atlete eindigde als zesde in de finale. Ze liep een tijd van 12,66.
De Amerikaanse Nia Ali won de titel in 12,34. Haar landgenote Kendra Harrison behaalde het zilver in 12,46. De Jamaicaanse Danielle Williams pakte het brons in 12,47.
Visser stond voor de tweede keer op rij in de finale van de 100 meter horden. Ze eindigde bij de vorige WK in Londen als zevende. Ze had in de halve finales in Doha haar Nederlands record aangescherpt tot 12,62.
’'Het ging er hard aan toe’’, zei Visser na de finale. '’Ik was blij met mijn race in de halve finales, waardoor ik heel steady in de finale kwam. Graag had ik sneller willen lopen in de finale, maar ik ben toch dik tevreden met de zesde plaats.’’
Visser deelde een pluim uit aan haar coach Bert Bennema. "Ik ben blij dat ik hem weer het vertrouwen heb gegeven. Hij is er toch weer in geslaagd mij precies op tijd in vorm te krijgen. Deze finale was niet te vergelijken met die van twee jaar geleden in Londen. Er werd hier veel sneller gelopen. Met deze tijd van 12,66 had ik in Londen een medaille gewonnen.’’
Visser werd in Londen 2017 ook knap zevende op de zevenkamp. Toch besloot ze na dat WK de meerkamp vaarwel te zeggen en zich volledig op het hordelopen te richten. In 2018 had Visser meteen succes met een bronzen medaille op de 60 meter horden bij de WK indoor in Birmingham. Dit voorjaar kroonde ze zich zelfs tot Europees kampioene indoor op de 60 meter horden in Glasgow.
Visser voelt dat ze nog progressie kan maken op de 100 horden. "Mijn seizoen begon moeizaam, het duurde lang voordat ik weer onder de 13 seconden kwam. Ik heb dus niet veel races op dit niveau gelopen en dat wreekte zich een beetje. De start was goed, maar ik liet op de laatste twee horden toch wat steekjes vallen."