Vitesse vestigt negatief record met 39 punten aftrek: proflicentie nog altijd in gevaar

Vitesse won in 2017 nog de KNVB Beker ten koste van AZ en in 2021 wisten de Arnhemmers Tottenham Hotspur te verslaan in de Conference League. Anno 2025 bevindt Vitesse zich echter al geruime tijd in een bodemloze put. De club kreeg dit seizoen 39 punten in mindering en staat daardoor stijf laatste in de Keuken Kampioen Divisie. De grootste zorgen, namelijk die over een mogelijk faillissement, blijven ook in de gelederen hangen.

Dat er een interne crisis speelt binnen Vitesse is een understatement. Voor de vierde keer dit seizoen worden er punten in mindering gebracht. Ditmaal bedraagt de straf negen punten voor een herhaaldelijke overtreding. De club voldeed opnieuw niet aan de informatieplicht.

Eén punt

Ondanks de tien gewonnen wedstrijden en de tien gelijke spelen staat Vitesse nu op slechts één punt vanwege de opgelegde straffen. De achterstand op nummer 19–Jong FC Utrecht–bedraagt daarmee negentien punten. De geel-zwarten hoeven echter niet te vrezen voor degradatie uit de KKD, want dat is niet mogelijk.

Proflicentie

Vorig seizoen degradeerde Vitesse naar de eerste divisie, mede dankzij de 18 aftrekpunten die de KNVB hen oplegde. De proflicentie is echter een veel grotere zorg dan de sportieve decepties. Afgelopen zomer raakte de club haar licentie meermaals bijna kwijt, maar het gevaar is nog niet geweken.

Russische eigenaren

Vitesse verkeert, sinds het vertrek van de Russische oligarch Valeri Ojf, in zwaar weer. Dat is mede te danken aan de oorlog in Oekraïne en de bijbehorende sancties voor Rusland. De geldzaken en met name de schulden van de club zijn echter al langere tijd een aanzienlijk probleem in Gelderland.

Ojf was de laatste Russische grootaandeelhouder van de club. Na de aandelenoverdracht naar de stichting Vitesse voor Altijd zwaaide, voor de eerste keer in veertien jaar tijd, de Russische vlag niet meer in Arnhem.

Schulden

Echter zat Vitesse erg diep in de schulden. Zó diep zelfs dat de club een crowdfundingactie startte. De club schortte 18,9 miljoen euro en door middel van donaties van supporters én andere voetbalclubs probeerde Vitesse hoe dan ook aan de financiële eisen te voldoen. Een faillissement bleef vooralsnog uit. Maar nu, een jaar later, moet Vitesse toch weer vrezen voor haar voortbestaan.

Vijf eigenaren

Vanaf januari 2025 kent Vitesse een kwintet eigenaren in de vorm van Dane Murphy, Flint Reilly, Timo Braasch, Leon Müller en Bryan Mornaghi. Coley Parry (2023) en Guus Franke (2024) gingen hen voor met hun eigen overnamepogingen, maar de samenwerkingen met beiden bleken een erg kort huwelijk voor Vitesse.

Problemen met overname

Het kersverse bestuurlijke vijftal kan echter, net als hun twee voorgangers, niet goed overweg met de licentiecommissie van de KNVB. De Nederlandse voetbalbond wantrouwt Vitesse en vindt dat de club zich niet aan de regels houdt. Dit heeft vooral betrekking tot het geven van duidelijke informatie over de clubovername.

Gemiste deadline

De negen punten die Vitesse gisteren in mindering kreeg zijn daar een gevolg van. De licentiecommissie zei er het volgende over: “Ondanks herhaalde verzoeken om informatie over de overname van de aandelen Vitesse heeft dit er niet toe geleid dat deze volledig werd verstrekt. Ook de deadline die op 11 april is opgelegd, werd vorige week niet gehaald.”

Coley Parry

Daarnaast vermoedt de KNVB dat Coley Parry–die dus in een eerder stadium de club poogde over te nemen–nog altijd invloed heeft achter de schermen op financieel gebied. Dat is ten strengste verboden. Vitesse ontkent alle betrokkenheid van de Amerikaan.

Tegenstrijdig standpunt

De Arnhemmers houden voet bij stuk en kijken klaarblijkelijk anders aan tegen het verstrekken van informatie dan de licentiecommissie. De clubleiding vertelt: “Vitesse heeft constant en tot op heden alle voor haar beschikbare informatie aangeleverd in Zeist en blijft zich inzetten voor transparantie en het vinden van de oplossing.”

Deze oplossing kan niet snel genoeg komen voor Vitesse. Het is afwachten of de Arnhemmers hetzelfde lot tegemoet gaan als RBC Roosendaal en HFC Haarlem.