Het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in China begint voor de Nederlandse volleyballers een lijdensweg te worden. In de vierde speelronde verloor Oranje van Bulgarije. Net als een dag eerder tegen België slaagde de ploeg van bondscoach Roberto Piazza er zelfs niet in een set te winnen. De setstanden waren 25-23 25-21 en 30-28 in het voordeel van de nummer 22 van de wereld. Nederland staat daarop nu elfde.
Nederland heeft pas één keer gewonnen in vier duels en is daarmee het zicht op een olympisch ticket kwijt. Twee van de acht landen in Xi'An plaatsen zich rechtstreeks voor de Spelen van Parijs 2024. Vrijdag (13.30 uur Nederlandse tijd) is China de volgende tegenstander.
Piazza startte tegen Bulgarije met spelverdeler Wessel Keemink, Nimir Abdelaziz, Maarten van Garderen, Bennie Tuinstra, Michael Parkinson, Fabian Plak en libero Robbert Andringa. Ten opzichte van het duel met België nam Van Garderen daarmee de plaats in van Gijs Jorna.
Nederland opende net als tegen de Belgen zwak, maar waar het toen tot de derde set duurde voordat er eindelijk een keer sprake was van een voorsprong, gebeurde dat nu voor het eerst bij 8-7. Bij 15-13 was de marge zelfs 2, maar Bulgarije kwam terug en aanvoerder Tsvetan Sokolov benutte het tweede setpunt.
Ook in de tweede set hield Nederland het tot 11-11 goed bij, maar de Bulgaren maakten vervolgens 4 punten op rij. Piazza stuurde Wouter ter Maat en Twan Wiltenburg het veld in, maar opnieuw Sokolov haalde de set binnen. Met 13 punten was hij de topscorer bij de Bulgaren, Abdelaziz kwam tot 16.
Bij 23-20 in Nederlands voordeel leek er in de derde set een kentering te komen. Vijf kansen op setwinst bleven onbenut waarna een uitgeslagen bal door Abdelaziz het einde van de wedstrijd betekende.
Nederland startte het toernooi met een nipte nederlaag tegen Canada, won vervolgens probleemloos van Mexico waarna de afgang tegen België een vervolg kreeg met een al even pijnlijk verlies tegen de Bulgaren. In het weekend zijn de toplanden Polen en Argentinië de laatste tegenstanders van Oranje, dat nog mag hopen zich in juni via de wereldranglijst te kwalificeren voor de Spelen.