Waterpoloërs zien EK als meetpunt richting Tokio

11 jan 2020, 7:35 Sport
waterpoloers zien ek als meetpunt richting tokio
Harry van der Meer staat voor zijn eerste grote toernooi als bondscoach van de Nederlandse waterpoloërs. De 46-jarige Veenendaler werd begin vorig jaar gepromoveerd van assistent tot bondscoach, toen Robin van Galen zelf concludeerde dat zijn 'houdbaarheidsdatum' was verstreken. "Ik hoop op het EK te kunnen zien of we al genoeg groei hebben doorgemaakt om er op de Olympische Spelen bij te zijn", zegt Van der Meer. "We hebben de afgelopen maanden kleine stapjes gezet. Of het allemaal op tijd is, dat merken we in maart op het olympisch kwalificatietoernooi."
Daar, voor eigen publiek in Rotterdam, willen de waterpoloërs zich kwalificeren voor de Spelen. Oranje was er in 2000 in Sydney voor het laatst bij, destijds met onder anderen Van der Meer en Arno Havenga (bondscoach van de vrouwen) in het water. "Ik denk iedere dag aan de Olympische Spelen, af en toe krijg ik er kippenvel van", zegt Thomas Lucas, al 10 jaar een vaste waarde in de nationale ploeg. "Het zou geweldig zijn als we ons op het OKT in Rotterdam kunnen plaatsen."
Tijdens het lopende traject van de waterpoloërs richting Tokio 2020 werd tien maanden geleden een opvallende wijziging doorgevoerd. Van Galen moest plaatsmaken voor zijn assistent Van der Meer. "Die stap hadden we nodig, dat merkte je aan iedereen", aldus Lucas. "Als we in het verleden wonnen van een topland, dan was het vaak toeval. Dan hadden zij een slechte dag en wij een hele goede. Dat moest eruit, het waterpoloniveau moest gewoon omhoog."
Van der Meer intensiveerde de trainingen. "Conditioneel liepen we achter, je zag op toernooien vaak dat we na twee periodes wegzakten. Het was noodzakelijk om op fysiek vlak te verbeteren." De bondscoach, die als speler en trainer in Italië leerde om volledig te leven voor z'n sport, heeft niet de luxe die Havenga heeft. De vrouwelijke internationals zijn allemaal teruggekomen naar Nederland om gezamenlijk toe te werken naar de Spelen. Bij de mannen zijn de 'buitenlandse' internationals er alleen rond interlands en grote toernooien bij.
"Het was beter geweest als we meer tijd hadden gehad. Maar dit lag ook niet in de planning. Robin zou het project-Tokio doen en pas daarna zou ik het overnemen", aldus Van der Meer. "Maar goed, de harmonie moest terug in de ploeg, de jongens moesten weer met plezier naar Zeist komen. Een verandering van coach kan daar voor zorgen. Als je tien dagen hetzelfde eet, heb je daar op een gegeven moment ook geen zin meer in. Krijg je iets anders, dan ben je weer enthousiast. Het oogt nu allemaal goed, maar pas op het EK kunnen we echt zien of ik de juiste keuzes heb gemaakt. Het OKT is ons hoofddoel, dit is een meetpunt op weg daar naartoe."