Waterpolosters Europees kampioen na benauwde zege op Spanje

De Nederlandse waterpolosters zijn voor eigen publiek in Eindhoven voor het eerst sinds 2018 Europees kampioen geworden. De door Evangelos Doudesis gecoachte wereldkampioen won dankzij een treffer van Bente Rogge in de slotseconden met 8-7 van titelverdediger Spanje. In het uitverkochte Pieter van den Hoogenband Zwemstadion legde Oranje in de tweede periode de basis voor de zege: 1-2 4-1 1-2 2-2.

Oranje won in de groepsfase en kwartfinale ruim van het (veel) zwakker geachte Kroatië, Griekenland, Hongarije en Groot-Brittannië. In de halve finale was het tegen topland Italië wel direct spannend (7-6). Spanje, dat in juli de WK-finale verloor van Oranje, plaatste zich ten koste van Griekenland eenvoudiger voor de derde EK-finale op rij.

De volle tribunes in Eindhoven werden vooraf flink opgezweept met de nodige Brabantse feestnummers. In de eerste minuten van het duel liet het publiek zich dan ook duidelijk horen, maar het was Spanje dat na 1,5 minuut op voorsprong kwam. Ook in de rest van het eerste kwart was Spanje sterker. Oranje kwam alleen tot een benutte strafworp van Simone van de Kraats (1-2).

Het tweede kwart was duidelijk voor Oranje. Via twee knappe treffers van Kitty Lynn Joustra kwam de olympisch kampioen van 2008 voor het eerst op voorsprong. Na de gelijkmaker zorgden Vivian Sevenich en Sabrina van der Sloot ervoor dat Oranje met een 5-3-voorsprong ging rusten.

In het derde kwart ging het gelijk op, maar was het Spanje dat vaker scoorde en terugkwam tot 6-5. Namens Oranje was alleen Lieke Rogge trefzeker. Van de Kraats miste een strafworp.

Vroeg in het laatste kwart maakte Spanje gelijk. Het was het begin van een bloedstollend slot, waarin Oranje via Van der Sloot weer voor kwam. Een kleine 2 minuten voor tijd werd het 7-7. Via de binnenkant van de paal besliste Bente Rogge het duel, met uitzinnige fans en speelsters tot gevolg. Ook de technische staf belandde in het bad.

Oranje won afgelopen zomer de WK-finale in Japan na strafworpen van Spanje. Dat betekende de eerste wereldtitel sinds 1991 en de tweede in totaal. De Nederlandse vrouwen staan nu op zes Europese titels.