Ceel Bol spurtte in de vierde etappe van de Tour de France naar de zesde plaats. De renner van Team DSM leek in positie voor de winst, maar zag in de slotmeters nog vijf renners voorbijsteken, onder wie winnaar Mark Cavendish. "Ik zat goed in positie om de sprint aan te gaan, maar de benen waren nog niet goed genoeg voor de overwinning", zei Bol aan de finish in Fougères.
"Ik ben wel blij hoe we het als ploeg doen. De manier waarop de jongens mij in stelling brachten, geeft wel een boost. Ik kwam ook met snelheid de aankomst op, maar toen Jasper Philipsen me voorbijkwam, viel ik toch een beetje stil. Het is wat het is. Het gaat steeds een beetje beter en het gevoel is ook goed, maar het echt topgevoel is er nog niet. Ik hoop dat het deze Tour nog komt", aldus de 25-jarige renner.
Bol sprak zijn bewondering uit voor Cavendish. "Het is altijd knap een rit te winnen in de Tour, maar vooral het hele pakket, met 31 overwinningen is wel heel bijzonder", zei hij. "Ik ben ook een liefhebber en kijk sowieso bijna alle massasprints terug. Ik heb de laatste 15 jaar superveel koersen gezien, dus ook zeker de sprints van Cavendish."
De Britse sprinter zat volgens Bol eerst aan de verkeerde kant van Philipsen, die toen nog aan de leiding ging. "Toen dacht ik nog, mooi. Maar hij had nog wel een tweede versnelling in huis om er via de andere kant toch nog langs te komen."