Kirsten Wild heeft bij de EK baanwielrennen in Glasgow haar tweede gouden medaille veroverd. Op omnium was Wild een klasse apart. De Nederlandse baanwielrenster is ook al regerend wereldkampioene op dit olympische onderdeel. Achter Wild werd de Britse Katie Archiebald tweede. De Italiaanse Letizia Paternoster greep het brons.
Na brons in 2011, zilver op de EK's van 2013, 2016 en 2017, was het in Glasgow dan toch eindelijk goud voor Wild.
De 35-jarige Zwolse won de scratch, werd vierde bij de temporace, tweede bij de afvalrace en op het slotonderdeel puntenkoers toonde ze andermaal haar dominantie.
Wild sloeg op het eerste onderdeel (scratch) al een grote slag. Met groot vertoon van macht pakte ze de maximale 40 punten met een voorsprong van zeker tien meter op de rest van het deelnemersveld waar Archiebald de 'best of the rest' was. Op het tweede onderdeel, tempo, werd Wild vierde.
De afvalkoers was uiteindelijk een tweestrijd tussen de twee beste baanrensters Wild en Archiebald. Deze keer ging de Schotse er met de winst vandoor.
De puntenkoers, het onderdeel waar Wild ook wereldkampioene op is, moest het verschil gaan maken. Het verschil bedroeg bij aanvang slechts twee punten tussen Wild en Archiebald. De 35-jarige Zwolse sloeg de meeste aanvallen van de elf jaar jongere Schotse af. Eerste breidde ze de marge uit om later rustig in het wiel te blijven zitten van Archiebald. In de voorlaatste sprint pakte ze nog de maximale punten zodat Wild alleen nog op haar zadel moest blijven zitten.
Op de WK in Apeldoorn pakte ze eerder dit jaar drie keer goud (onder meer op omnium) en een keer zilver. Op de openingsdag vrijdag greep Wild al de Europese titel op de scratch.