Mathieu van der Poel is in Rucphen voor de zesde keer op rij Nederlands kampioen veldrijden geworden. De regerend wereldkampioen van Alpecin-Fenix was zoals verwacht veel te sterk voor de rest van het deelnemersveld. Het zilver was voor Lars van der Haar. Joris Nieuwenhuis pakte het brons, nog voor de tegenvallende Corné van Kessel.
Van der Poel, die over een week 25 jaar wordt, veroverde zijn eerste nationale titel bij de senioren in 2015 in Veldhoven. Zijn zege in Rucphen betekende zijn twintigste overwinning in 21 veldritten waarin hij deze winter startte.
De waarde van een nationale titel is voor een veelwinnaar als Van der Poel misschien niet zo groot meer. "Maar als ik 'm niet zou pakken, zou ik er wel wakker van liggen", vertelde hij na een wedstrijd waarin hij van start tot finish op kop reed.
Van der Haar kon hem alleen in de eerste halve ronde volgen en besefte dat zilver opnieuw het hoogst haalbare was. Zeker na een val in de tweede ronde. "Dat gebeurde net op een moment dat ik dacht dat ik iets dichterbij kwam. Jammer, maar op dat moment weet je dat je voor de tweede plaats rijdt. Dan staat Mathieu niet meer onder druk en maakt hij sowieso geen fouten."
Het parcours in Rucphen met veel bochten kon de winnaar maar matig bekoren. "Ik heb me niet echt geamuseerd. Het ene parcours is mooier dan het andere. Maar daar moet je je bij neerleggen. Mooi in ieder geval dat er zo veel publiek komt kijken."
Van der Poel rijdt dit seizoen in principe nog vier crossen. Maandag in Otegem, de revanchewedstrijd voor het Belgisch kampioenschap. Meteen daarna volgt een trainingskamp met de wegploeg in Spanje, gevolgd door een cross in Zonnebeke, de wereldbekerwedstrijd van Hoogerheide en het WK. "Hoe dat parcours eruit ziet? Eerlijk gezegd weet ik dat nog niet."