Zwemcoach Faber leert Kamminga om nooit tevreden te zijn

09 mrt 2020, 17:10 Sport
zwemcoach faber leert kamminga om nooit tevreden te zijn
ANP
De ontwikkeling van zwemmer Arno Kamminga op de schoolslag gaat zo snel, dat hij nu tijden zwemt waarmee hij vier jaar geleden op de Olympische Spelen van Rio medailles had gepakt. Zowel op de 100 als 200 meter schoolslag mag Kamminga zich na zijn indrukwekkende optredens afgelopen weekeinde in Antwerpen de snelste man ter wereld van dit jaar noemen. Met de Olympische Spelen in aantocht dient Kamminga zich aan als medaillekandidaat. "Waar dit gaat eindigen? Daar praten wij niet over, want dan ga je in beperkingen denken", zegt Mark Faber, de coach van Kamminga.
In het Sloterparkbad in Amsterdam is het coronavirus amper onderwerp van gesprek. "Het gaat bij ons vooral om het 'syndroom van snel tevreden zijn'. Dat is een vrij ernstige ziekte", aldus Faber met een kwinkslag. "Zodra je tevreden gaat zijn met wat je hebt bereikt, komt alles tot stilstand. We blijven daarom op zoek naar optimalisatie, naar dingen die beter kunnen."
De ontwikkeling van Kamminga verloopt ongekend snel. Faber kreeg de 24-jarige Katwijker kort na de Spelen van 2016 onder zijn hoede in Amsterdam. "De ontwikkeling die hij toen heeft ingezet, is eigenlijk niet meer gestagneerd. Hij is al ruim drie jaar bezig om stappen te maken. Los van het feit dat hij de slag op technisch vlak heel goed beheerst, is hij ook in staat om heel snel te leren van de dilemma's en uitdagingen die op z'n pad komen. Het zit dan in zijn systeem en gaat er niet meer uit."
Al maandenlang verbetert Kamminga keer op keer zijn Nederlandse records op de schoolslag. Hij heeft ze inmiddels allemaal op zijn naam staan, zowel op de lange- als kortebaan. Bij de EK van vorig jaar in het 25 meterbad in Glasgow pakte Kamminga de Europese titel op de 100 en 200 meter. Vijf maanden voor de start van de Spelen heeft de pupil van Faber aansluiting gevonden bij de wereldtop. Kamminga klokte afgelopen weekeinde in Antwerpen met 58,43 en 2.07,18 tijden op de 100 en 200 school waarmee hij in Rio respectievelijk zilver en goud had gepakt.
"Dat zijn grotemannentijden", aldus Faber. "De schoolslag bij de heren is momenteel één van de sterkste onderdelen, het veld zit dicht bij elkaar. Alleen Adam Peaty steekt erbovenuit. Als Arno in Tokio een medaille wil winnen, moet hij eerst de finale zien te halen. En als dat lukt, heeft hij nog zeven andere concurrenten. In Rio ging het goud op de 200 school naar een Kazak die zich als laatste had geplaatst voor de finale en in baan 8 zwom. Dat is typerend voor dit nummer."