Zwemster Kira Toussaint heeft bij de Swim Cup in Amsterdam twee keer voldaan aan de limiet voor de Olympische Spelen van Tokio op de 100 meter rugslag. De 25-jarige Amsterdamse dook in het Sloterparkbad zowel in de series als de finale onder de vereiste tijd van 59,90: het was 59,63 in de series en 59,40 in de finale.
"Het moest nu echt gebeuren. Ik wilde de limiet halen. En nu is die zelfs twee keer binnen. Omdat het de Olympische Spelen zijn geeft dat extra druk. Je mag er nooit te makkelijk over nadenken dat je het 'effe' doet", zei Toussaint.
Toussaint veroverde vorige week bij de EK kortebaan in Glasgow individuele titels op de 50 en 100 rug. Op de langste afstand, de 200 meter, pakte ze brons in het 25 meterbad. Toussaint nam ook nog estafettegoud (4x50 vrij) en -zilver (4x50 wissel gemengd) mee uit Glasgow.
De rugslagspecialiste had afgelopen zomer bij de WK langebaan in Gwangju net naast een olympisch startbewijs op de 100 rug gegrepen. Ze bleef steken in de halve finales en eindigde als dertiende, terwijl een plek in de top 12 haar een ticket naar Tokio had opgeleverd.
Arno Kamminga zwom twee keer onder de limiet voor Tokio 2020 op de 200 meter schoolslag. In de series tikte de 24-jarige Katwijker aan na 2.08,48, in de finale ging het nog een stukje harder: 2.08,02. Kamminga had zich op de WK al van deelname aan de Spelen verzekerd door als tiende te eindigen op dit nummer. Hij pakte vorige week EK-goud op de 100 en 200 school en brons op de 50 school.
Ranomi Kromowidjojo won de 50 meter vlinder in 25,57, voor Kim Busch (26,44). Joeri Verlinden was de snelste bij de mannen op de 50 vlinder. Hij zwom een persoonlijk record (23,59) en onder de limiet voor het EK van 2020 in Boedapest.