Als familierecht advocate en mediator heeft Nicoline Grijmans-Veenendaal lange tijd mensen bijgestaan die gingen scheiden, maar sinds 2011 houdt ze zich met name bezig met ‘ander’ ouderschap. Hierdoor heeft ze regelmatig drie a vier mensen aan tafel zitten om de toekomst van hun kinderen vast te leggen. “Ander ouderschap is een stuk positiever dan scheidingen, omdat ik nu mensen zie voorafgaand aan de conceptie. Die hebben er nog zin in. Die willen het in het belang van hun kinderen gewoon goed regelen.”
Het ander ouderschap is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen en Nederland is wat dat betreft een koploper. Dit wordt mede veroorzaakt omdat er steeds meer 35 plus vrouwen zijn die als ze geen partner hebben, dus toch op een andere manier hun kinderwens willen vervullen. Ander ouderschap gaat om homo en lesbisch ouderschap en vergelijkbare constructies. “Ik houd me bezig met draagmoederschap, intentioneel meerouderschap, donorcontracten en intentioneel co-ouderschap. Dit betekent dat er voorafgaand aan de geboorte van kinderen wordt besloten om ze op te voeden in twee huizen. Het gaat hierbij altijd om twee mensen. Als het om meer dan twee mensen gaat, bijvoorbeeld in het geval van een homostel en een lesbisch stel dat kinderen krijgt, noemen we dat meerouderschap. Als het alleen om zaad donatie gaat, heb je te maken met een donorconstructie. De donor kan weliswaar betrokken zijn, maar houdt zich niet bezig met de opvoeding beslissingen.”
In 2011 maakte Nicoline de overstap van enkel scheidingen naar ook ander ouderschap. “Het was crisis en het kantoor waar ik werkte, besloot om te stoppen met familierecht. Ik ben toen een maatschap met notaris Helene Faasen begonnen. Zij was de eerste vrouw in Nederland die in het huwelijksbootje stapte met een andere vrouw. Nederland was het eerste land waar het homohuwelijk plaatsvond. Helene was erg betrokken bij de stichting
Meer dan gewenst . Zo ben ik er eigenlijk ingerold, want je gaat werkzaamheden combineren. Inmiddels werk ik sinds 2017 volledig zelfstandig.”
Roze wolk boven tafel
Als een vrouw van 35 jaar met kinderwens haar prins op het witte paard niet is tegengekomen en ervoor gekozen heeft om met een homo of homostel een kind te krijgen, komen zij bij Nicoline een overeenkomst opstellen. Er hangt volgens haar vaak een roze wolk boven tafel, die zij vervolgens doorprikt. “Bij mij moeten ze dealen met de verschillen die ik naar voren breng. Het gaat over de toekomst van kinderen, die niet gekozen hebben voor een dergelijke constructie. We moeten er dus met elkaar voor zorgen dat het een goed nest is waarin ze terecht komen. Ze zijn vaak heel blij dat ze elkaar zijn tegengekomen en dat er een klik is, maar ingewikkelde vragen aan elkaar stellen doen ze niet altijd.”
Gelukkig heeft Nicoline geen probleem met het stellen van dergelijke vragen. “Ik stel gerust de vraag: en wat doen we met Erik? Erik is dan de prins op het witte paard met een slechte timing. Stel, je bent als vrouw binnen een meerouderschap constructie twee maanden zwanger en je komt de liefde van je leven opeens wél tegen, wat doe je dan? Dit zijn vragen waarover gesproken moet worden. We denken allemaal dat we zestig jaar bij elkaar gaan blijven, maar wat als de buurman opeens leuker is? Daar moet je over nadenken. Soms besluiten mensen om er niet mee door te gaan, omdat ze toch te verschillend zijn. Dan heb ik mijn werk goed gedaan, want ik heb liever dat ze dit nu beslissen dan na het ontstaan van een zwangerschap of bevalling. In mijn denkwereld staat het belang van kind altijd voorop. Ik wil dat het goed geregeld wordt.”
"Wettelijk lopen we vast"
Wettelijk laat het nog te wensen over als het om dergelijke nieuwe samenlevingsvormen gaat. Sinds december 2016 (rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap) is er ingezien dat een aantal zaken beter geregeld moeten worden, maar in de praktijk komt hier nog niet veel van terecht, met name op gebied van intentioneel meerouderschap. “Het heeft tot juli 2019 geduurd voordat het kabinet hier een standpunt over heeft ingenomen. Dit standpunt heeft echter voor een verslechtering gezorgd. Ik kan in mijn rol als advocaat in de onderlinge verhoudingen veel regelen en contractueel afspreken, maar wettelijk lopen we vast. Er zijn ook nog veel stellen die denken: wat gezellig dat we allemaal kinderen willen en dat zal allemaal wel goedkomen. Ze willen het dan juist niet juridisch maken. Een beetje zoals heterostellen erover denken. Maar die leggen vervolgens niks vast. Achteraf ontstaan dan de problemen.”
Het op tijd vastleggen van afspraken, zoals bij Nicoline gebeurt, betekent dat als er iets verandert of gebeurt, je elkaar kan aanspreken op en vasthouden aan de gemaakte afspraken. “Er kunnen zich gewijzigde omstandigheden voordoen, bijvoorbeeld als blijkt dat het kind autisme heeft. Wat doe je dan? Je kan dan wel iets overeengekomen zijn, maar uiteindelijk moet het voor het kind uitvoerbaar zijn. Al dat soort situaties worden bij mij besproken. Het is maatwerk wat ik doe, ook met donorcontracten. Wat willen deze mensen en hoe gaan zij de toekomst tegemoet?”
"Hormonen doen veel met mensen"
Nicoline doet haar werk met veel passie. “Het geeft me voldoening dat ik ervoor kan zorgen dat mensen een solide basis hebben om de toekomst in te gaan met vervulling van een kinderwens. Ik krijg ook weleens mensen die zich later realiseren dat ze het een en ander hadden moeten vastleggen. Dan is het best ingewikkeld. Hormonen doen veel met mensen. Ik noem dat het Lion King
moment: op het moment dat de baby er is, denkt de moeder: die is van mij. De mannen met wie ze het meerouderschap heeft afgesproken, zijn er na negen maanden zwangerschap helemaal klaar voor. Dan heb je een spanningsveld. Als ze voor de conceptie bij mij komen, bespreken we die opbouw. Als mensen na de geboorte bij mij komen, moet ik ervoor zorgen dat de partijen elkaar weer vinden.”
Ze is de advocaat met de meeste geboortekaartjes. “Ik krijg er gemiddeld twee a drie per week. Het is een vraag die ik altijd stel als het om donorcontracten of draagmoederschap gaat: wat doen we met het geboortekaartje? Vrouwen denken al snel: het is mijn kind. De donor zegt: ik hoef niet op dat kaartje. Dan zeg ik: we krijgen tegenwoordig steeds eigenwijzere kinderen. Wat denk je dat jouw kind zou willen? Die vindt het misschien wel leuk om iets op het kaartje terug te zien over de donor. Geen enkel kaartje dat ik krijg, is standaard. Er staan meestal drie of vier ouders op. Achteraf krijg ik altijd te horen dat ze toch wel blij zijn dat er iets over de donor op het kaartje staat.”