Bij ons thuis ging de badkamerdeur op slot en zagen we onze ouders nooit naakt, met een uitzondering toen mijn moeder de borst gaf aan mijn twaalf jaar jongere zusje. In dat geval waren haar borsten nuttig dus dat deed zij vrijelijk waar wij bij waren. In ons gezin werd niet over seksualiteit gesproken. Ik herinner me dat er erg giechelig over werd gedaan toen mijn oudste zus een beha moest kopen. Ik dacht toen 'als ik er een krijg ga ik daar normaal over doen'.
Toen ik een paar jaar later zo ver was heb ik daar ook voor gezorgd. Ik werd gestuurd om groenten en kwam ook terug met een beha. Van mijn zus wist ik dat ik de kleinste maat bij de Hema moest hebben. Mijn moeder keek er wel van op dat zij niet nodig was, maar zo was zij er ook van af. Ook met mijn vriendinnen spraken we nooit over borsten. Tijdens het sporten zag je wel dat iemand een beha had maar je zei er niets over.
Ik heb drie kinderen gekregen die ik borstvoeding heb gegeven. Rond mijn zwangerschappen heb ik zeven keer borstontstekingen gehad. Daardoor waren er kalkspatjes in mijn borsten gekomen die zichtbaar werden tijdens een mammografie. Deze kalkspatjes kunnen veroorzaakt worden door afgestorven borstkliercellen die nog niet door het lichaam zijn opgeruimd en zijn meestal goedaardig. Toen mijn huisarts in 2003 gealarmeerd bij mij op de stoep stond en zei dat de uitslag van mijn borstkankeronderzoek niet goed was schrok ik daarom in eerste instantie niet. Ik dacht nog dat het goedaardige kalkspatjes waren en dat ze het niet goed hadden gezien. Maar toen een dag later in het ziekenhuis een biopt van mijn borsten werd onderzocht bleek het heel erg mis: ik had een hormonaal snel groeiende tumor. Ik moest gelijk door alle mogelijke scans en onderzoeken heen.
Alsof dat nog niet erg genoeg was werd er een week later ook nog een verdacht plekje op mijn been ontdekt: botkanker! Mijn leven stond behoorlijk op zijn kop en hing ineens nog maar aan een zijden draadje. Een borstoperatie bleek niet meer nodig want ik zou toch dood gaan door de botkanker. Een hele maand lang dacht ik dat ik nog anderhalf jaar te leven had. Na een maand kwam de uitslag van de kweek, en bleek het plekje op mijn been toch maar een botinfarct te zijn. Ik was opgelucht en zei “jongens, ik heb alleen maar borstkanker”.
Tweede jeugd
Mijn borst is toen geamputeerd. Een borstbesparende operatie zat er helaas niet in voor mij. De kanker zat zo diep tegen het borstbeen aan, dat had ik zelf nooit kunnen voelen. Mijn klieren waren ook besmet, en daarom moest ik 4 chemokuren ondergaan. Toen ik 6 weken later weer een beetje energie begon te krijgen moest ik aan de Tamoxifen. (*noot van de redactie: Tamoxifen wordt gebruikt na de behandeling van hormoongevoelige borstkankers. Het doel van deze medicatie is om het lichaam te beschermen tegen het terugkomen van de borstkanker.) Alle bijwerkingen die in het boekje staan heb ik ervan gekregen: onder andere gewrichtspijn, vreselijke vermoeidheid en een andere smaakperceptie waardoor eten niet lekker meer was. Ik heb er vooral heel veel spijt van dat ik de hele tijd moe was en veel sliep, waardoor ik er niet voor mijn kinderen kon zijn. Toen ik na 5 jaar stopte met tamoxifen kreeg ik weer energie en begon mijn tweede jeugd.
Vanuit het ziekenhuis had ik adviezen gekregen over borstreconstructie of een prothese. Een reconstructie was voor mij uit den boze – geen gepruts meer aan mijn lijf! Dus toen mijn litteken hersteld was koos ik voor een zogenoemde “plakprothese”. Die ziet er uit als een kipfilet met ribbeltjes aan de achterkant die je direct op de huid kleeft. Dat klinkt niet erg aantrekkelijk en dat was het ook niet. Als ik pech had plakte ik de prothese net te hoog en moest ik hem weer afscheuren. Je kan je voorstellen dat de huid daar uiteindelijk van kapot gaat. Als ik te veel zweette viel de plakprothese soms spontaan naar mijn broekriem. Wat een gedoe! Braaf als ik was heb ik het toch nog een hele tijd volgehouden. Maar ik vond het verschrikkelijk. Het was mijn lijf niet meer. De onechtheid ervan stoorde me enorm. Ik had inmiddels geaccepteerd dat ik maar een borst heb. Ik durfde er alleen nog niet helemaal voor uit te komen naar de buitenwereld toe.
In die tijd kreeg een goede vriendin van mij te horen dat zij borstkanker had. Zij had mijn ziekte- en genezingsproces van begin af aan gevolgd en ondersteund. Zij had altijd gezegd dat zij in geval van borstkanker nooit een prothese zou willen dragen, en daar hield zij zich aan. Dat gaf mij een verdere steun in mijn eigen proces. Mijn man gaf mij het laatste zetje om het echt te doen. Toen ik aan hem vroeg hoe hij het zou vinden als ik ontboezemd rond zou lopen zei hij “dat moet je zelf weten, ik ben niet met je borst(en) getrouwd, ik ben met jou getrouwd.” Toen mijn vriendin een vrouw vond die lingerie voor eenborstigen maakte viel alles op zijn plek. Eencupsbehas – dat was voor mij de oplossing! Ze worden op maat gemaakt, zitten perfect en zijn zo mooi dat je er hebberig van wordt.
Dit interview is een van de vele uit een serie borsten-interviews door Claudia van het Kaar. Zij is vrouwencoach en lichaamswerker gespecialiseerd in borsten. Op dit moment schrijft zij een boek over borsten. Kijk op haar site voor meer informatie en om bericht te krijgen wanneer haar boek klaar is: www.centrumvoorvrouwen.nl .