De vrouwelijke borst, het is al lange tijd een fascinerend onderwerp in het leven van Claudia van het Kaar. Haar onlangs verschenen boek BOOBs – Een boek open over borsten , is volgens haar vooral een bewustzijnsboek. Hoe kijken we als vrouwen naar onze borsten en zijn onze borsten eigenlijk wel van onszelf? “Iedereen eigent ze zich toe, behalve de vrouw zelf.”
Borsten als lokmiddelen, de borst om voeding te geven, de borst voor genot of de borst die ziek is. Er zijn tal van plaatjes en functionaliteiten als het om borsten gaat, en dat is al heel lang zo. Cultuur, opvoeding, onderwijs en media spelen allemaal een belangrijke rol hierin. Een lesje geschiedenis, zoals omschrevenin het boek, laat zien dat een geschilderde of gefotografeerde vrouw met ontblootte borst vooral voor het plezier van mannenogen is. Waar in de Middeleeuwen de vrouw met borst voornamelijk werd geportretteerd als voedster, veranderde de borst geleidelijk aan in een seksobject. En dat is nog steeds zo.
De vraag die Claudia in haar boek centraal stelt, en waarvan ze de lezer in ieder geval bewust wil maken, is wanneer de borst eigenlijk van de vrouw zelf is. “Het slechte nieuws is dat borstengevoelig zijn voor onteigening. Het goede nieuws is dat er heel veel moois in het verschiet ligt als vrouwen zich wel hun borsten toe-eigenen.” Helaas is het boek niet alleen een ode aan de borst. “Dat zou fantastisch zijn, want het zijn prachtige lichaamsdelen, of eigenlijk lichaamssieraden. Maar borsten zijn voor veel vrouwen ook een beladen onderwerp. De afgelopen zeven jaar heb ik me in het onderwerp verdiept, onderzoek gedaan, heb ik veel gesprekken gehad met vrouwen en sinds 2017 geef ik borstbehandelingen. Veel vrouwen vinden hun borsten niet mooi en zijn met name bezig met de vorm en hoe deze vorm niet voldoet aan een ongrijpbaar schoonheidsideaal.”
Daarnaast heerst er volgens haar veel angst onder vrouwen, met name voor borstkanker. “Het zou mooi zijn om dit boek als ode te zien, maar ik ontkwam er niet aan om ook alle ellende te benoemen. Dat is niet zo’n mooi woord wellicht, maar zo is het wel. Ik had alleen kunnen schrijven over hoe fantastisch borsten zijn en hoeveel plezier we eraan kunnen beleven, maar dat vond ik te eenzijdig.” Ze vond het belangrijk om het zogenaamde negatieve ook te benoemen. Bijvoorbeeld dat zeventig procent van de vrouwen hun borsten niet mooi vinden en daar heel kritisch over zijn. “Dan denk ik: wat doet dat met jou als je je borsten afwijst? Wat doet dat met jouw lichaamsgevoel, je eigenwaarde en je gevoel van vrouw zijn?”
Daarom noemt ze haar boek, dat uit zes delen bestaat, een bewustzijnsboek. Vragen waar Claudia in haar boek dieper op ingaat, zijn onder andere: wat is er aan de hand met borsten en vrouwen, hoe kijken we naar vrouwenlichamen en wat doet dit met vrouwen? In deel 2 beschrijft Claudia haar ontdekkingen over trauma en emoties in de borsten. Zij onderzoekt er voornamelijk welke impact (ongewenste) aanraking op borsten kan hebben, zowel op het borstweefsel als op de vrouw zelf. Ook de biologisch-medische kant van borsten komt uitgebreid aan de orde, maar dan vanuit een vrouwvriendelijk oogpunt. Hieronder vallen bij voorbeeld diverse borstaandoeningen en wat je eraan zou kunnen doen, en begrijpelijke informatie over borst(zelf)onderzoek. Door het boek heen staan fragmenten van interviews met vrouwen die ze de afgelopen zeven jaar heeft gesproken over hun relatie en ervaring met hun borsten.
Met dit boek hoopt Claudia het onderwerp borsten, maar ook borstgezondheid, wat meer bespreekbaar te maken. Later dit jaar verschijnt een tweede boek met een bundeling van alle interviews. “Ik wilde eerst mijn eigen visie op borsten, gezondheid en het welzijn van vrouwen schrijven. Ik hoop hiermee een taboe te doorbreken en dat er dan straks meer interesse en openheid zal zijn voor de verhalen over borsten en hoe vrouwen dit raakt.”
Uiteraard komt in BOOBs
ook borstkanker ter sprake. Of Claudia gelooft dat onverwerkte trauma’s de oorzaak hiervan zijn? “Deels is dat zeker wel het geval. Veel vrouwen die borstkanker krijgen hebben in de jaren ervoor een zware emotionele klap gehad. Dit kan een scheiding zijn, of het verlies van een dierbare. Het is dan wel belangrijk hoe een vrouw hiermee om kan gaan. Hier is wetenschappelijk onderzoek naar gedaan en de meeste artsen weten dat ook. Onverwerkte emoties en trauma hebben dus zeker een invloed, maar het is niet de enige oorzaak van borstkanker. Dat is altijd een samenspel van factoren.”
Haar boodschap in het laatste deel van het boek is dat vrouwen goed voor hun borsten mogen zorgen en ze daarmee in eigen handen mogen nemen. “Als je goed voor je borsten zorgt, zorg je goed voor jezelf. De borsten zijn een mooie ingang om alle mogelijke ideeën en gedachtes die je hebt over jezelf als vrouw, je lichaam, je seksualiteit en het moederschap te onderzoeken en eventueel te herzien.” Ze vindt het een bijzonder onderwerp, dat onderbelicht is en waar veel lading opzit bij vrouwen. Dat mag veranderen. “Laten we elkaar meer steunen, meer delen en praten met elkaar. Als je dat op een respectvolle manier kan doen, zal je ontdekken dat je niet de enige bent bij wie borstvoeding niet lukt of dat je je borsten aan een partner hebt gegeven, zonder te voelen of je dit wilt. En waarom vinden zoveel vrouwen hun borsten niet mooi? Laten we daar het gesprek over openen. Hoe kunnen onze dochters dit anders doen?”
Dat met name ook de volgende generatie vrouwen onze reflectie hard nodig heeft, blijkt wel uit het verhaal dat Claudia deelt over jonge vrouwen die ze spreekt. “Sommige van hen hebben jarenlang met een beha aan geslapen. Die wisten niet beter. Ook krijgen zij via social media veel beelden over de ‘perfecte’ borsten. Hoe kunnen we onze dochters leren dat het prachtige lichaamssieraden zijn waar we goed voor mogen zorgen? Het is nooit te laat om daarmee te beginnen, ook als je boven de zeventig bent.”