Koning Willem-Alexander en koningin Máxima rijden ook dit jaar niet met een koets door Den Haag op Prinsjesdag. Vanwege de coronamaatregelen gaat de rijtoer niet door, net als vorig jaar. Dat heeft de Eerste Kamer dinsdag laten weten. Die organiseert formeel de opening van het parlementaire jaar.
De koning houdt de troonrede, net als vorig jaar, in de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag en niet in de Ridderzaal. De kerk is groter waardoor er meer mensen aanwezig kunnen zijn. Dit jaar zijn zo'n 250 mensen welkom.
Prinsjesdag is dit jaar op 21 september. Formeel is het de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Dat betekent dat volgens de grondwet alle 225 leden van de Eerste en de Tweede Kamer erbij aanwezig moeten kunnen zijn. Dat gebeurde al meer dan honderd jaar steevast in de Ridderzaal, tot het coronavirus daar vorig jaar verandering in bracht.
De plannen voor Prinsjesdag zijn gewijzigd door de voorzitter van de bijeenkomst, Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn, in samenspraak met Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp, de koning, demissionair defensieminister Ank Bijleveld en de burgemeester van Den Haag Jan van Zanen. Er zal ook minder militair ceremonieel zijn.
Het gebied is afgesloten, dus er is voor bezoekers weinig te zien. De organisatie zegt dat mensen de dag beter via televisie kunnen volgen. De Gouden Koets, waarmee de koning en zijn voorgangers jarenlang op Prinsjesdag van het paleis naar het Binnenhof reden, is na een renovatie nog altijd te zien in het Amsterdam Museum. Als de rijtoer wel was doorgegaan, zouden de koning en de koningin in de Glazen Koets hebben gezeten.