Bij bijna 1 op de 5 basisscholen (18 procent) wordt geen thuisonderwijs geregeld als een leerling thuis moet blijven door het coronavirus, blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) onder 643 schooldirecteuren.
Dat komt volgens de koepelorganisatie door een gebrek aan mankracht. "Toen het schooljaar begon, hadden we een structureel tekort aan leerkrachten van 10 procent. Door het coronavirus kwam daar nog eens 10 procent bij", zegt AVS-voorzitter Petra van Haren in het programma Spraakmakers op NPO Radio 1. Het tekort groeide volgens haar naar 20 tot 25 procent, doordat leerkrachten, leerlingen of ouders in de risicogroep zitten en lang moeten wachten op coronatesten.
Dat het steeds om andere kinderen gaat die thuiszitten, maakt het volgens de voorzitter nog ingewikkelder.
Uit de peiling blijkt ook dat het merendeel (80 procent) van de ondervraagde scholen leerlingen mist. Gemiddeld blijven veertien kinderen per school thuis, wat neerkomt op 5 procent van alle leerlingen van de scholen.
Volgens het onderzoek gaan in de meeste gevallen (35 procent) kinderen niet naar school vanwege reguliere klachten zoals koorts. Bijna een kwart (24 procent) ging niet naar school omdat ze tot de risicogroep behoren en 7 procent omdat zij of een gezinslid besmet waren.
Volgens Van Haren is een ander probleem dat speelt een gebrek aan technische middelen, zoals een laptop of een goede internetverbinding. "Als die kinderen twee weken thuis komen te zitten, wordt het heel lastig."