10 kinderen, 14 wassen, 10 broden én 8 liter melk

03 jun 2017, 12:03 Landelijk
damsteegt060417 47kopie
Piet Mes
“Als er een kind komt, dan is het welkom. Wie ben ik om te bepalen dat het nu genoeg is?”, aldus Lydia Damsteegt uit Oud Albas. Zij en haar man hebben er inmiddels tien verwelkomt, waarvan de oudste 18 jaar en de jongste vijf maanden oud is. Een opvallend aantal, want het gemiddelde in Nederland ligt bij 1,7 kinderen per gezin. “Wij hebben een hekel aan pillen en medicijnen. Je bent geschapen zoals je bent. Anders had je bij je geboorte wel een zakje met pillen erbij gekregen."
Lydia wilde altijd graag kinderen, maar hoe en wat, daar had ze nooit over nagedacht. Dat ze er tien zou krijgen, vijf jongens en vijf meisjes, had ze zelf ook niet verwacht. “Ik kom uit een christelijk gezin van vijf kinderen en toen ik 21 jaar was, ben ik getrouwd. Twee jaar later kregen we onze eerste dochter. Ik wist niets, had geen boek gelezen, geen cursus gedaan en had geen idee hoe je moest bevallen. De bevalling was echt vreselijk.” Inmiddels heeft ze wat meer ervaring, maar ook de tiende bevalling vond ze heftig. Ze is inmiddels veertig geworden en merkt dat alles meer energie kost.
“Ik gebruik geen anticonceptiemiddelen en probeer er zelf rekening mee te houden wanneer ik vruchtbaar ben. Als je kijkt naar de natuur, bijvoorbeeld de vogels, die hebben ook ieder jaar een nestje. Dat gaat gewoon door. Wij zijn ook vruchtbaar, dus zeg ik niet: ‘nou, nu stoppen we maar.’” Lydia heeft een goede gezondheid meegekregen, het gezin heeft een groot huis en ze geniet van het grote gezin. “Tuurlijk, ik ben ook weleens politie aan het spelen en je hebt zelden tijd voor jezelf, maar er is altijd iemand thuis en er is altijd aanspraak.”
Een huishouden met tien kinderen, hoe gaat dat eraan toe? “Op het moment wonen alle kinderen nog thuis, waarvan de meeste met z’n tweetjes op een kamer slapen. De kinderen houden elkaar bezig en helpen elkaar waar nodig. Ik sta elke ochtend om half zeven op, dan zijn de oudste drie al hun boterhammen aan het smeren. Vanaf zeven uur maak ik de rest wakker en help ik de basisschoolkinderen, dat zijn er vijf, om zich klaar te maken voor de dag. We ontbijten altijd met elkaar, dat is echt ons momentje.”
aan het ontbijt lydia

“Televisie vind ik geestdodend”

In huize Damsteegt worden veertien wassen per week gedraaid, er gaan zes 1,5 literkannen melk en tien broden per week doorheen en er wordt elke avond gezond gekookt. Met vakantie gaan ze niet en er is geen televisie in huis. Eén kamer is omgetoverd tot kledingkamer waarin alle kleding van de kinderen ligt. De was wordt opgevangen in één grote mand, waar een speciaal systeem voor gemaakt is. Vanaf zolder kan iedereen zijn of haar was door een gat heen gooien en via een wastunnel komt deze was in de mand terecht. “We vermaken onszelf. Televisie vind ik geestdodend en stimuleert geen enkele vorm van fantasie. De oudste heeft nu verkering en ook de andere kinderen nemen vriendjes mee naar huis. Het is volle bak.” Af en toe gaan ze een dagje op pad en dan krijgen ze veel reacties. “Hoort dit allemaal bij jullie?” is een veel gestelde vraag.
de was
Lydia leert haar kinderen om naar elkaar te luisteren en dat als er vla wordt uitgedeeld na het eten, je op je beurt moet wachten. “Soms heeft iemand steeds het woord, dan zorg ik ervoor dat de anderen ook aan het woord mogen; anders word je gek aan tafel. Ze willen allemaal wat vertellen.” Op een natuurlijke manier leren haar kinderen dat ze geduld moeten hebben en dat ze dingen met elkaar moeten delen. Zelf leert ze ook veel van haar kinderen. “Ik heb veel meer geduld gekregen. Ik was eerst veeleisend, maar dat werkt niet met zo’n groot gezin. Ik ben een stuk gemakkelijker geworden.”
Ze sluit niet uit dat er nog een kind komt. “Ik ben nu net weer een beetje op adem, de jongste is vijf maanden. Nu zie ik een zwangerschap nog niet zitten, dus probeer ik er rekening mee te houden dat ik niet zwanger wordt. Maar het is niet alleen aan mij. Ik heb een makkelijke man, die leeft ook vanuit zijn geloof. We zijn er beide van overtuigd dat we voldoende hulp en kracht ontvangen van God. Kinderen mogen er komen en zijn welkom, dat geven we ook onze kinderen mee. Blijf maar dichtbij de natuur.”