Zolang ze zich kan herinneren, fantaseerde Barbara* over wat ze allemaal zou gaan doen als ze straks een dochter had. Het nieuws dat ze voor een tweede keer een zoon kreeg, bracht een hoop verdriet omhoog. Niet omdat een jongen niet welkom was, maar omdat het de kans kleiner maakte dat er ooit ook een dochter zou komen. “Ik zou meer van mijn tweede zwangerschap hebben genoten als het een meisje was geweest.”
Als het maar gezond is, toch? Voor veel vrouwen is gezondheid echter niet het enige dat telt. Barbara heeft last van Gender Dissapointment , waarbij er een hevige vorm van teleurstelling is over het geslacht van je kind. Gender Dissapointment gaat dus verder dan een voorkeur hebben voor een zoon of dochter. Het taboe is groot, zo ervaart ook Barbara. “Het is heel lastig om hier met anderen over te praten.”
Barbara heeft twee zoontjes en het verlangen naar een dochter is er nog steeds. Ze heeft een sterke band met haar moeder en oma en heeft altijd deze intieme band willen doorgeven aan haar dochter. “Ook mijn moeder en oma zouden graag een kleindochter willen hebben. Mijn broer heeft ook een zoon, dus iedereen wacht op een meisje. Mijn man heeft het nu al over een seizoenkaart voor Ajax. Met drie mannen in huis vraag ik me toch af: waar is dan de vrouwelijke energie?”
Toen Barbara tijdens haar eerste zwangerschap hoorde dat ze een zoon kreeg, vond ze dat jammer. “De magie van een eerste kind krijgen nam het echter vrij snel over. Daarbij dacht ik: ik krijg vast nog meer kindjes.” De teleurstelling tijdens haar tweede zwangerschap was groter. “Ik heb toen veel gehuild. Het lastige is: je wilt die teleurstelling niet voelen, maar die is er wel.”
Barbara voelde zich schuldig en was bang dat haar zoon zich niet welkom zou voelen. “Ik heb een zware bevalling gehad en zat niet op een roze wolk. Ik vroeg me soms af: als het een meisje was geweest, had ik me dan wat beter gevoeld?”
Barbara voelt zich gezegend met haar twee kinderen en houdt zielsveel van haar zoontjes. “Maar ik heb ook een dochterwens. Het gezin voelt niet compleet en zal ook nooit compleet voelen zonder meisje. Twintig jongens kunnen het verlangen naar een meisje niet vervullen. Ik denk er elke dag aan.”
Met haar man heeft ze afgesproken dat ze doorgaan tot er minstens één meisje is. “Dat is natuurlijk niet letterlijk zo, er zijn grenzen. Maar als de derde weer een jongen zou zijn, willen we zeker voor een vierde gaan, hoe zwaar het misschien ook zal zijn.”
Op zolder heeft Barbara inmiddels al een paar dozen met meisjeskleding liggen, in de loop der jaren verzameld. “Ik sta mezelf toe om te genieten van de gedachte dat ik ooit een dochter krijg. Als het niet zo is, zal ik er het beste van maken. Maar ik denk dat het dan altijd als een gemis zal blijven voelen.”
*Barbara is een gefingeerde naam.