We hebben volgens de Europese Unie straks te weinig IT’ers, 900.000 om precies te zijn. Hoe gaan we dat tekort opvullen? Daar zet de sociale startup Bomberbot uit Amsterdam zich met hart en ziel voor in. Kirsten van Smirren is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de lesprogramma’s voor scholen. “Het is belangrijk dat kinderen op jonge leeftijd bewust en kritisch leren om te gaan met technologie.”
Bomberbot is in 2014 opgericht door Cristian Bello, die grootse plannen had in Colombia. Het was zijn missie om kinderen bewust te maken van technologie. De Colombiaanse overheid had dit echter niet hoog op hun prioriteitenlijst staan. Hij besloot om zijn startup voort te zetten in Nederland, een land waarin de kwaliteit van het onderwijs hoog ligt. Alhoewel niet alle scholen meteen het nut zagen van een lesprogramma voor kinderen over technologie, hebben de afgelopen vijf jaar 160.000 kinderen het Bomberbot lesprogramma gevolgd.
“We denken al snel aan programmeren als we aan IT denken, maar het is zoveel meer. IT vind je overal terug in het dagelijkse leven in alles om je heen. We gebruiken het zowel voor werk als privé. Ook bij veel traditionele beroepen speelt technologie nu een rol. Denk bijvoorbeeld aan boswachters die tijdens hun excursies foto’s of blogs plaatsen op sociale media. Het is dus belangrijk dat de volgende generaties weten hoe je met technologie om moet gaan, ook op het gebied van veiligheid en privacy.”
Het is essentieel voor kinderen om de vaardigheden van de 21ste eeuw te leren en ze voor te bereiden op de technologische ontwikkelingen die nog gaan komen. “Wat dat is, weten we niet precies, want de ontwikkelingen gaan heel erg snel. De kinderen moeten echter wel voorbereid zijn om met deze veranderingen mee te bewegen. Het is goed om kinderen al op jonge leeftijd te stimuleren, zodat ze geïnspireerd raken om straks eventueel voor een ICT beroep te kiezen. Maar dat is niet de enige reden. De vaardigheden die ze via ons lesprogramma leren, komen terug in alle beroepen.”
Op dit moment is er alleen een lesprogramma voor de bovenbouw, bestaande uit twintig lessen, maar dit is Bomberbot aan het uitbreiden. “Er komt een doorlopend lesprogramma voor groep 1 tot en met 8, waarbij kinderen werken aan digitale geletterdheid. Dit bestaat uit vier kerndomeinen, te weten programmeren, mediawijsheid, informatievaardigheden en ICT basisvaardigheden. Dit komt straks ook terug in het curriculum van het onderwijs. Naar verwachting zal digitale geletterdheid vanaf 2021 onderdeel zijn van het nieuwe curriculum. Daarna krijgen scholen nog een aantal jaar de mogelijkheid om er daadwerkelijk mee te starten.”
Bomberbot wil scholen nu al ondersteunen met de implementatie, want kinderen die nu in groep 1 of 2 zitten, krijgen anders niet de kans om al die vaardigheden te leren. Ook heeft de organisatie veel contact met pabo’s, die weten dat dit een plek gaat krijgen in het curriculum. “Leerkrachten moeten voorbereid worden op hun werkzaamheden en daar hoort digitale geletterdheid gewoon bij.”
Het huidige lesprogramma is dusdanig ontwikkeld dat leerkrachten geen voorkennis nodig hebben. “Iedere leerkracht kan ermee aan de slag. Kinderen leren niet een specifieke programmeertaal, maar de denkwijze van het programmeren. Dit doen ze spelenderwijs met behulp van een online robot die een puzzel moet oplossen. Het gaat erom dat ze begrijpen hoe een computer werkt en hoe je instructies geeft.”
En wat zijn de reacties? “Kinderen vinden het super leuk, vooral ook omdat ze een gedeelte van de les op de computer mogen doen. Wat we verder terugkrijgen van scholen is dat programmeren om een andere denkwijze vraagt. Leerlingen die met andere lessen minder goed meekomen, kunnen tijdens het Bomberbot programma wel goed meekomen. Die zeggen dan: “hey, dit is iets wat ik kan”. Het geeft ze zelfvertrouwen en ze kunnen hun ei kwijt. Dit zijn vervolgens leerlingen die andere kinderen in de klas kunnen helpen. Ook de leerkrachten zijn positief. Het is vaak een ver van hun bed show, maar zodra ze gestart zijn, krijg ik vaak mails dat ze het fantastisch vinden en dat ze meteen de volgende dag verder willen gaan.”