Hoekstra: Omtzigt slechts ‘sensibel’ gemaakt over uitvoering

Foto: ANP

Het “sensibiliseren” van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, waar onder anderen minister Wopke Hoekstra (Financiën) volgens de notulen van de ministerraad “veel tijd en energie” in heeft gestoken, slaat slechts op het bewustzijn over uitvoeringsproblemen bij de Belastingdienst. Dat zegt Hoekstra in debat met de Tweede Kamer. De toenmalige staatssecretaris van Financiën zat “met de handen in het haar” door die problemen.

Uit de notulen van de ministerraad blijkt dat CDA-leider Hoekstra, samen met demissionair vicepremier en partijgenoot Hugo de Jonge, gepoogd hebben Omtzigt te “sensibiliseren”. Dit kwam naar voren in een gesprek tussen ministers over kritische coalitie-Kamerleden. Hoekstra zegt dat hij “aandacht en begrip” vroeg voor de problemen bij de Belastingdienst. Hij wilde zijn partijgenoot slechts “sensibel maken” voor wat wel en niet kon, en vindt dat “echt verdedigbaar”.

Staatssecretaris Menno Snel was zich destijds “zeer bewust” van de problemen rond de kinderopvangtoeslag, zegt Hoekstra. Maar de informatiehuishouding op zijn departement was gewoonweg niet op orde. Kamerleden vroegen om documenten “die hij niet op zijn bureau had”. De minister brengt in herinnering dat het juist aan Kamerleden als Omtzigt, Renkse Leijten (SP) en Farid Azarkan (DENK) te danken was dat de affaire aan het licht kwam.

“Dit is maar een klein deel van de discussie die er geweest is over alles wat er zich afspeelde”, benadrukt Hoekstra. Hij zegt ook dat “op geen enkele manier” druk is uitgeoefend op Omtzigt om minder kritisch te zijn op het kabinetsbeleid. Op de vraag van PVV-leider Geert Wilders of hij bereid is excuses aan te bieden aan Omtzigt, wil Hoekstra geen antwoord geven.

Ook andere bewindspersonen benadrukken dat hun klachten over kritische Kamerleden vooral gingen over moeizame discussies over uitvoeringsorganisaties. D66-minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) zei dat er in 2019 veel problemen waren bij uitvoerders. De coalitie-Kamerleden deden volgens hem niet genoeg om te helpen die problemen op te lossen. “Ik vond dat er te veel gekippendrift was in debatten over de uitvoering”, zei de bewindsman.