Er is niets mis met de overstap naar haar nieuwe baan als voorzitter van lobbygroep Energie Nederland, zegt demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur). Ze reageert daarmee op de kritiek die haar overstap naar de brancheorganisatie voor energiebedrijven opriep.
Er is veel verontwaardiging dat ze al aan een nieuwe baan begint, terwijl er nog geen nieuw kabinet is. Ook de keuze voor Energie Nederland als nieuwe werkgever roept irritatie op. Die heeft namelijk raakvlakken met het eerdere werkterrein van de infrastructuurminister.
Maar Van Nieuwenhuizen zegt zich keurig aan de regels te houden die gelden voor ex-politici die naar de lobby overstappen. Ze heeft zich als minister naar eigen zeggen niet "beleidsinhoudelijk bemoeid" met thema's rondom energie. In Nederland gelden alleen regels dat voormalig bewindspersonen geen lobbywerkzaamheden mogen doen bij hun voormalige departement.
Terwijl de gesprekken met Energie Nederland liepen, heeft ze bovendien afspraken gemaakt met haar ministerie over de werkverdeling. Staatssecretaris Steven Van Weyenberg (Infrastructuur) of minister Stef Blok (Economische Zaken) zouden gesprekken waarnemen die over energie gaan, om zo belangenverstrengeling te voorkomen. Maar bij begrotingsgesprekken waar energie ter sprake kwam, is ze niet weggelopen.
Van Nieuwenhuizen had "graag de rit willen afmaken" als minister, en erkent dat ze ook 'nee' had kunnen zeggen tegen haar nieuwe baan.
Wel vindt ze haar nieuwe baan "een heel mooie uitdaging", ook omdat de energietransitie "superbelangrijk" wordt. Ook voor haar werk-privébalans is haar nieuwe werk beter, zegt ze. "Ik had kunnen wachten, maar ik vond dit toch dermate positief voor mij, mijn persoonlijke omstandigheden." Bovendien denkt ze dat het ministerie "goed geborgd" is door haar vervanger Barbara Visser. Zij was tot dusver staatssecretaris van Defensie.
Eerder stapte staatssecretaris Stientje van Veldhoven, tevens van Infrastructuur, ook al vroegtijdig op. Sinds het kabinet demissionair is, zijn er veel verschuivingen van bewindspersonen geweest. Inmiddels zijn al drie staatssecretarissen aangetreden terwijl zij ook nog Tweede Kamerlid zijn. Partijen in de Kamer, waaronder de SP, vinden dat het kabinet hiermee voorbijgaat aan de Grondwet, die stelt dat bewindslieden geen Kamerlid kunnen zijn.