De zelftesten vliegen de deur uit. Deze week waren de zelftesten voor het coronavirus
in veel winkels uitverkocht , zo meldde koepelorganisatie Centraal Bureau Drogisterijenbedrijven (CBD). Gelukkig zijn er voldoende voorraden. Deze zijn hard nodig, gezien de strengere maatregelen rondom testen voordat er een bezoek wordt afgelegd of voor leerlingen op scholen.
Bij klachten zelf testen
Twee jaar geleden had niemand het erover, inmiddels maakt het onderdeel uit van ons dagelijkse leven. ‘Even testen’. Een wattenstaafje in je neus stoppen, een paar keer ronddraaien, het vervolgens in een buisje stoppen en daarna zelf druppelen op de teststrip. Eerst was het vooral de bedoeling dat Nederlanders zich lieten testen bij een GGD-locatie, inmiddels is dit niet meer haalbaar. Op dringend advies van het kabinet moet vanaf 3 december iedereen bij klachten zelf gaan testen op corona. Het OMT stelt dat testen en traceren essentieel is om corona onder controle te krijgen.
Coronatest
Door zelf een
coronatest te doen, kunnen we in contact blijven met anderen. Het is inmiddels een voorwaarde geworden om, als er sprake is van klachten, sociale contacten te kunnen blijven onderhouden. Door het eenvoudiger te maken met zelfhelptesten die mensen thuis kunnen doen, kunnen we in absolute aantallen veel meer coronabesmettingen opsporen, aldus het OMT.
Coronatesten zijn online te koop, maar ook in sommige supermarkten, drogisterijen en bij de apotheek. Zelftesten mogen vrij verkocht worden in alle winkels, zolang ze conform op de markt worden gebracht. Dit betekent dat op de verpakking een CE-markering gevolgd door vier cijfers op moet staan. Daarnaast moet de distributeur geregistreerd zijn bij het FAGG.
Hoe het werkt
De antigeen-zelftest bestaat uit een wattenstaafje, een buisje met vloeistof en een testcassette. De zelftest meet de aanwezigheid van bepaalde eiwitten en wordt niet in een laboratorium geanalyseerd. Er zijn twee soorten op de markt, en de meest voorkomende werkt net als een PCR-test met een neusstaaf. Niet echt een fijne manier van testen. Bij de neustest moeten er een paar druppels van de vloeistof met daarin de staalafname op een testcassette, en vervolgens 15 tot 20 minuten later verschijnen één (negatief) of twee (positief) streepjes.
Zelftest en PCR-test
Als de uitslag van een zelftest positief is, wordt er aangeraden om ook nog een PCR-test te doen. De reden hiervoor is het registreren van het aantal besmettingen en om in de gaten te houden of er nieuwe virusvarianten opduiken. Dit kan alleen opgespoord worden door een PCR-test bij de GGD. De PCR-test test de aanwezigheid van een stukje genetisch materiaal van het coronavirus in neus- en keelslijm. De antigeentest test of er bepaalde eiwitten van het virus in neus- en/of keelslijm zitten. Hierdoor is een zelftest iets minder betrouwbaar. In het begin van een infectie zijn er nog weinig virusdeeltjes dus kan iemand daarna alsnog positief testen met een PCR-test.