Het aantal nieuwe hiv-diagnoses op Aruba, Bonaire en Curaçao is ondanks de toegang tot testen en behandeling niet gedaald. Dat meldt het Aidsfonds vrijdag op basis van een 4-jarige studie van de ziekenhuizen op de eilanden in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Dit zou komen door het stigma dat heerst rond hiv in het Caribisch gebied. In de rest van de wereld is wel een daling te zien in de hiv-diagnoses.
Hiv-infecties komen relatief tenminste drie tot vijf keer vaker voor op de eilanden dan in Nederland. Op Aruba worden vooral homoseksuele mannen gediagnosticeerd met het virus, terwijl het op Bonaire en Curaçao meestal om heteroseksuele mannen en vrouwen gaat. Bij die laatste groep wordt hiv vaak pas laat ontdekt. Dit geldt ook voor 50-plussers en immigranten. Volgens het Aidsfonds hebben mensen weinig kennis van hiv en "wordt het testen op een mogelijke infectie uit angst en schaamte lang uitgesteld".
Tekenend voor de onwetendheid is dat 60 tot 70 procent van de mensen op de Nederlandse eilanden die de afgelopen vier jaar een hiv-diagnose kreeg niet bekend was met de hiv-preventiepil PrEP. Bovendien is de toegang tot het middel op de eilanden nog niet goed geregeld.
Van de mensen op de eilanden bij wie hiv is geconstateerd, deelt bijna de helft dit niet met zijn of haar naasten en ruim 90 procent vertelt het niet aan collega's. Volgens het Aidsfonds gebeurt dit "uit angst om buitengesloten te worden of uit schaamte". Ruim een kwart van hen ervaart al een gevoel van uitsluiting.
"De nieuwe verzamelde cijfers zetten nu niet alleen de zorgmedewerkers aan het denken over hoe het taboe te doorbreken en het testen te verbeteren, maar hopelijk ook de beleidsmakers die dringend wetten moeten aanpassen", aldus Mark Vermeulen, directeur van het Aidsfonds, toe.
Wel laten de mensen in het Caribisch gebied die eenmaal een hiv-diagnose krijgen zich goed behandelen met hiv-remmers. Hiermee wordt het virus onderdrukt en kan het niet meer worden doorgegeven.