Komende kabinetten moeten per 2029 tot 2,7 miljard euro bezuinigen op de ouderenzorg, adviseren onderzoekers aan minister Conny Helder (Langdurige zorg). Dit bedrag komt bovenop de bezuinigingen die al in het coalitieakkoord van Rutte IV zijn opgenomen. Omdat het aantal ouderen de komende twintig jaar sterk toeneemt en daarmee de vraag naar ouderenzorg zijn "ingrijpende keuzes" nodig, stellen de onderzoekers.
"Door de groei van de vraag naar ouderenzorg komt de betaalbaarheid steeds verder onder druk te staan", staat in een interdepartementaal beleidsonderzoek ouderenzorg (IBO), dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. Als er niets verandert, verdubbelen de uitgaven tot 37 miljard euro in 2040 en zijn er 367.000 extra zorgverleners nodig in de ouderenzorg. "Door de enorme vraag en te weinig personeel moeten ouderen langer wachten op zorg en ondersteuning en krijgen zij minder dan nu."
De ouderenzorg moet financieel houdbaar worden, maar wat financieel houdbaar is, "is een politieke keuze", zegt de IBO-werkgroep. De werkgroep heeft twee bezuinigingsopties in kaart gebracht. Eentje waarbij de zorguitgaven worden bepekt tot de demografische ontwikkeling, en eentje waarbij wordt gekeken naar de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp).
Als naar de demografische ontwikkelingen wordt gekeken, moet per 2029 600 miljoen euro worden bezuinigd, oplopend tot ruim 2,3 miljard in 2040. Als het kabinet kiest voor de bbp-optie moet er vanaf 2029 een krappe 2,7 miljard euro worden bezuinigd, oplopend tot ruim 11,2 miljard euro in 2040.
In beide scenario's moeten al wel de afgesproken bezuinigingen uit het coalitieakkoord zijn gerealiseerd. Die behelzen een bezuiniging van een krappe miljard euro in 2025 en ruim een miljard euro in 2029.
Voor welk scenario ook wordt gekozen, "zorgbehoevende ouderen zullen in de toekomst op minder zorg en ondersteuning kunnen rekenen", schrijven de onderzoekers.