Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft invloed uitgeoefend op het Openbaar Ministerie bij zowel de beslissing om Geert Wilders strafrechtelijk te vervolgen als de vervolging zelf, zei advocaat Geert-Jan Knoops van de PVV'er. Het is niet de eerste keer dat de raadsman daarmee komt in het zich inmiddels jaren voortslepende proces over de 'minder Marokkanen'-uitspraak in 2014. Hij vindt dat de strafzaak de prullenbak in moet.
Maandag, tijdens de voortzetting van het hoger beroep, kwam Knoops met een uitgebreide tijdlijn hoe die beïnvloeding er volgens hem heeft uitgezien. De politicus was aanwezig in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol, maar kwam niet aan het woord.
Knoops presenteerde onder meer e-mails tussen het ministerie en het OM, waarin over de zaak werd gesproken. Wilders is overtuigd dat de beslissing om hem te vervolgen een politieke is. Volgens hem heeft toenmalig justitieminister Ivo Opstelten een stevige vinger in de pap gehad om hem strafrechtelijk aan te pakken en dat is wettelijk niet toegestaan. Knoops vindt daarom dat het OM niet-ontvankelijk is in de vervolging van Wilders.
Het OM heeft keer op keer met klem tegengesproken dat er sprake is van enige beïnvloeding. Zij zouden na het urenlange betoog van Knoops aan het woord komen. Maar toen zij aan het eind van de middag aan de beurt waren, gaf de verdediging aan dat het ze niet zo goed uitkwam. Wilders had een privéafspraak, Knoops en zijn partner een zakelijke bijeenkomst 's avonds en een andere kantoorgenoot had rijles. De voorzitter van het hof besloot daarop de zitting te schorsen tot aanstaande vrijdag. "Die rijles gaf de doorslag", zei hij.
Vrijdag reageert het OM op het verhaal van Knoops, daarna zal het hof beslissen hoe de zaak verder gaat. Of er bijvoorbeeld nog meer onderzoek nodig is, of het OM wellicht niet-ontvankelijk is of dat het onderzoek gesloten kan worden en er een uitspraak komt.
In hoger beroep heeft het OM net als in eerste aanleg een geldboete van 5000 euro geëist. De rechtbank veroordeelde Wilders in 2016 voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie, maar legde geen straf op. Zowel het OM als de politicus ging in beroep.
Wilders deed de gewraakte uitspraken in 2014. Tijdens een bijeenkomst in maart van dat jaar stelde de politicus zijn publiek drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder "Minder! Minder!" als antwoord. Daarmee zette de PVV'er volgens het OM aan tot haat.