Zelf groeide Abdelhamid Idrissi in een klein en rustig gezin op met voldoende aandacht, maar hij zag al snel dat dit voor veel kinderen niet het geval was. Schulden, armoede en gezondheidsproblemen komen veel voor in ‘zijn’ wijk Geuzenveld in Amsterdam, waardoor school en eigen ontwikkeling voor veel opgroeiende kinderen op de tweede plaats komen. Onlangs is Abdelhamid met zijn stichting Studiezalen uitgeroepen tot Amsterdammer van het Jaar. “Je kan snel prachtige doelen behalen met kinderen door er elke week te zijn.”
Kleine woningen, grote gezinnen, ouders die niet geschoold zijn en de druk op kinderen dat ze een bepaald niveau moeten halen; het zijn allemaal factoren die ervoor zorgen dat kinderen teveel aan hun hoofd hebben, niet in zichzelf geloven en last hebben van faalangst. Hier wil ik iets aan doen, dacht Abdelhamid in 2010.
Vragen over het leven
“Kinderen hebben een veilige plek nodig, waar ze in rust onder begeleiding hun huiswerk kunnen maken, waar ze andere kinderen kunnen ontmoeten en waar ze vragen kunnen stellen over het leven, zoals pesten, lichamelijke hygiëne, sociale media, toekomstdromen, naaktfoto’s of onzekerheid.”
Zo gezegd, zo gedaan. Die plek werd de Studiezaal, waarvan er inmiddels vierentwintig zijn in vier kwetsbare wijken van Amsterdam. Elke week komen er zeshonderd kinderen van de lagere en middelbare school om hier liefdevol opgevangen te worden door een groep vrijwilligers, ook wel life coaches genaamd. De kinderen komen na school voor huiswerkbegeleiding, maar ze komen vooral voor levensbegeleiding. “Sommige kinderen komen vijf dagen in de week. Dat is niet helemaal de bedoeling, maar omdat we de situatie thuis kennen, staan we het toe.”
Smekende ouders
Stichting Studiezalen heeft overal wachtlijsten en heeft soms met smekende ouders en huilende kinderen te maken, omdat er geen plek is. “Het verloop is heel laag. Elk kind meldt zich per jaar aan, maar als kinderen het volgende jaar weer willen komen, krijgen zij voorrang. De groep die het thuis lastig hebben, wordt steeds groter. Ook middelbare scholieren komen massaal. We geven ze de ruimte en dat werkt.”
Er is één life coach per vijf kinderen. Daarnaast is er op elke locatie een pedagoog en een docent aanwezig. Inmiddels zijn er zestig vrijwilligers werkzaam voor de stichting. “Ik zou graag onze wachtlijsten willen wegwerken, maar geld is helaas een probleem. We zijn afhankelijke van subsidies en het is elk jaar weer uitzoeken hoe we alle locaties kunnen voortzetten. We krijgen ook wekelijks een vraag van een ouder of er een studiezaal voor ouders kan komen.”
Opbloeien door aandacht
Klaslokalen met dertig kinderen en een maatschappij die verwacht dat je alles zelf kan; het verbaast Abdelhamid niet dat het leven voor sommige kinderen moeilijk gaat. “Onze methodiek werkt. We nemen de tijd om contact te maken en we helpen de kinderen met al hun vragen. Een kind begint niet meteen aan zijn wiskunde huiswerk als hij binnenkomt. Eerst moet een kind goed zijn hart kunnen uiten en zeggen waar het mee zit. Daarna wordt hij gemotiveerd om aan zichzelf en zijn eigen verantwoordelijkheidsgevoel te werken. Je merkt dat veel kinderen opbloeien door een klein beetje aandacht.”