De voormalige Amsterdamse wethouder Hannah Belliot zegt de urgentie rond de nationale excuses voor het slavernijverleden niet te begrijpen. Ze wil dat het kabinet wacht met excuses tot alle rapporten over de koloniale geschiedenis klaar zijn, zei ze donderdag tijdens het kort geding over de kwestie in de rechtbank in Den Haag. Met haar betoog oogstte de vertegenwoordigster van de eisende partijen meermalen applaus in de volle rechtbankzaal.
"Ik kom uit Amsterdam Zuidoost. Ik heb nog nooit zoveel ministers gezien in Zuidoost. We hebben ze niet uitgenodigd, ze zijn zelf gekomen", vertelde Belliot aan de voorzieningenrechter. "Ze zijn geweest en hebben zich uitgesloofd. Hun boodschap was: ‘Je zult wel moeten slikken, want de excuses komen er’. We snappen de urgentie niet en we snappen de hijgerigheid niet. En we snappen al helemaal niet de natte vinger dat de excuses op 19 december moeten worden aangeboden."
Belliot heeft een voorkeur voor 1 juli. Dat noemt ze een heilige dag voor de nazaten van de tot slaaf gemaakten. "Het is net als met 4 en 5 mei. Dat verander je niet zomaar." Ze noemt de datum van 19 december dominant. "De datum is heilig. Het is dominant bepaald wanneer wij dat moeten accepteren en anderen dit eenzijdig bepalen."
"Dat mensen zich gekwetst voelen, spijt de staat zeer. Maar dat maakt de voorgenomen beslissing niet onrechtmatig", reageerde de landsadvocaat eerder op de eis van de Surinaamse organisaties. "Het aanbieden van excuses kan niet onrechtmatig zijn." Het kabinet heeft met diverse belangengroeperingen gesprekken gevoerd, aldus de landsadvocaat. Alle bevindingen uit die gesprekken worden vrijdag meegenomen in de ministerraad, waar het kabinet volgens de landsadvocaat spreekt over het "stevige voornemen" om op 19 december excuses aan te bieden.