De nieuwe Europese regels die in de maak zijn om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten, worden niet beperkt tot de allergrootste bedrijven. Ze gaan gelden voor bedrijven met meer dan honderd werknemers, zijn onderhandelaars van de EU-landen en het Europees Parlement overeengekomen. Het oorspronkelijke plan mikte op ondernemingen met 250 werknemers of meer.
De nieuwe richtlijn moet een eind maken aan loondiscriminatie tussen collega's die hetzelfde werk doen. Werkgevers moeten informatie over de lonen die ze uitbetalen voortaan op gezette tijden gaan publiceren. Ze moeten die bijvoorbeeld afzetten tegen het gemiddelde salaris voor zulk werk.
Ook mogen ze sollicitanten niet meer vragen wat ze in eerdere banen verdienden. Dat moet voorkomen dat bijvoorbeeld vrouwen last houden van de verschillen in hun nadeel die nu nog vaak bestaan.
Werknemers krijgen ook meer mogelijkheden om loonongelijkheid aan te vechten en gemiste inkomsten alsnog op te eisen. Werknemers hoeven niet langer te bewijzen dat er discriminatie in het spel is als ze minder verdienen dan een collega met hetzelfde werk. Het wordt andersom: de bewijslast ligt straks bij de werkgever. Als de loonkloof minstens 5 procent bedraagt moet de werkgever sowieso maatregelen nemen om die te verkleinen.
Vrouwen verdienen in de Europese Unie per uur gemiddeld 13 procent minder dan mannen. Dat kost ze over een hele carrière zomaar twee tot drie ton, schatte minister Karien van Gennip van Sociale Zaken onlangs.
De EU-lidstaten en het voltallige EU-parlement moeten het voorlopige akkoord nog goedkeuren, maar dat loopt hoogst zelden spaak. "We zijn een stap dichter bij gendergelijkheid in de EU", zegt D66'er Samira Rafaela, die namens het parlement onderhandelde.