De afgelopen twintig jaar is het aantal vrouwen dat in een tbs-kliniek zit wereldwijd toegenomen. Moord en doodslag, dat is toch het terrein van mannen? Niet dus. Volgens forensisch onderzoeker Vivienne de Vogel is geweld onder vrouwen een onderschat probleem. “Het is een mythe en stereotypering dat mannen agressief zijn en vrouwen niet.”
In haar onlangs verschenen boek ‘Geweld door vrouwen’ laat Vivienne zien dat achter elke agressieve vrouw een ingewikkeld en complex verhaal schuilt. Je bent niet zomaar een crimineel. Hier gaat altijd een lange geschiedenis aan vooraf, aldus Vivienne. De afgelopen twintig jaar is het aantal vrouwen dat in een tbs-kliniek zit ruim verdubbeld van drie naar zeven procent. Vivienne heeft sinds 2012 driehonderd vrouwen onderzocht die in Nederland in tbs-klinieken verblijven. “De verhalen van de vrouwen die ik in mijn boek beschrijf zijn allemaal heftig. Vaak zijn ze van jongs af aan seksueel misbruikt of emotioneel verwaarloost, hebben ze psychische problemen en/of verslavingen of een verstandelijke beperking. Zestig procent van hen heeft een borderline stoornis. In de media worden deze vrouwen vaak kort door de bocht en veroordelend neergezet. Ik wil met mijn boek wat meer diepgang brengen en bijvoorbeeld inzicht geven in hoe deze vrouwen zijn opgegroeid. Het is niet een excuus voor wat ze hebben gedaan, maar het verklaart wel waarom ze doen wat ze doen.”
“Vrouwen die hun eigen kind hebben gedood, zijn echt trieste gevallen”
Vivienne werkt momenteel in de Van der Hoeven Kliniek, wat een gemengde tbs-kliniek is. Wat haar opvalt is dat tbs-klinieken en ook de behandelingen gericht zijn op mannen. Vrouwen zijn nu eenmaal in de minderheid. “We weten dus niet of een behandeling die we toepassen op mannen hetzelfde werkt bij vrouwen of dat we ze op een andere manier moeten benaderen. Dit was een trigger voor mij om onderzoek te gaan doen: wie zijn die vrouwen en waarom plegen ze een delict?” De vrouwen die Vivienne onderzoekt, hebben vrijwel allemaal levensdelicten gepleegd, dus (poging tot) doodslag of brandstichting. “Als een vrouw brand sticht, is dit vaak een cry for help, waarmee ze familieleden en buren in gevaar brengt. Meer dan helft van de vrouwen zit vast voor doodslag of poging tot doodslag. Dit is bij hen bijna altijd gericht op de eigen omgeving, dus kinderen of partner. Het is zelden gericht op onbekenden, wat je juist weer vaker bij mannen ziet. De motieven van een vrouw liggen vaak in de relationele sfeer. Zedendelicten onder vrouwen zie je zelden, dat komt veel vaker voor bij mannen. Vrouwen gebruiken vaker een mes of iets anders scherp, mannen gebruiken daarentegen vaker een vuurwapen. Soms gebruikt een vrouw gif.”
Iets meer dan de helt van de vrouwen heeft kinderen, waarvan 94 procent problemen heeft met de opvoeding. Meer dan tachtig procent van de kinderen woont ergens anders, bij familie of in een instelling. “Je ziet dat deze kinderen een vergrote kans hebben om ook psychische problemen te krijgen en eventueel de criminaliteit in te gaan. De vraag is: hoe doorbreek je deze cirkel? Dat is niet makkelijk. Veel vrouwen hebben verdriet en voelen zich schuldig naar hun kinderen toe. De vrouwen die hun eigen kind hebben gedood, zijn echt trieste gevallen. Een van de vrouwen uit mijn boek heeft zelfmoord gepleegd toen het werkelijk tot haar doordrong wat ze had gedaan.” Een groot deel van de vrouwen overlijdt op jonge leeftijd. Ze verwonden of snijden zichzelf, slikken dingen in en zorgen niet goed voor zichzelf. Over het algemeen kampen deze vrouwen levenslang met problemen en kunnen we ze niet genezen. “We houden het onder controle, maar deze vrouwen blijven een leven lang kwetsbaar.”
“We moeten eerder ingrijpen”
Zijn er ook succesverhalen? “Die zijn er ook, ook al zijn het er niet veel. Er zijn vrouwen die ergens begeleid wonen, die een baan hebben en contact met hun kinderen hebben. Zo beschrijf ik mijn boek het verhaal van een vrouw die een posttraumatische stress stoornis heeft. Zij is in Sierra Leone opgegroeid en heeft daar de oorlog meegemaakt. Op haar zeventiende is ze naar Nederland gekomen en is opgevangen door een man, die ze heeft gestoken met een mes. Zij heeft uiteindelijk een goed leven weten op te bouwen. Ook heeft ze weer contact gehad met deze man, wat voor beide helend is geweest. Zij heeft kunnen inzien wat de gevolgen van haar gedrag zijn geweest.”
Volgens Vivienne is het belangrijk dat we er op tijd bij zijn. Als vrouwen in een tbs-kliniek komen, is er vaak al veel gebeurd en misgegaan. “We moeten eerder ingrijpen. Er mag vanuit de maatschappij meer aandacht komen voor preventieve hulp, zodat we kinderen op tijd hulp kunnen geven en begeleiden. Als omgeving mogen we alert zijn. Vaak worden problemen al eerder opgepikt, maar wordt er nog te weinig mee gedaan.”