Laat Oekraïense vluchtelingen met een achtergrond in het onderwijs zelf helpen bij het lesgeven van Oekraïense kinderen in Nederland, zegt de Algemene Onderwijsbond (AOb). De bond zegt dat het een lastige opgave zal worden om de gevluchte kinderen onderwijs te bieden.
Dat zei ook onderwijsminister Dennis Wiersma woensdag. Hij benadrukte dat alle kinderen in Nederland, ongeacht hun status, recht hebben op onderwijs, "en dat gaan we dan ook meteen bieden".
Dat beaamt de AOb. "Kinderen hebben gewoon recht op onderwijs", aldus een woordvoerster. "Alle leerkrachten in Nederland gaan weer hun uiterste best doen om dit zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen." Ze wijst op de bestaande problemen in het onderwijs die deze taak bemoeilijken, zoals de hoge werkdruk door onder meer de coronacrisis en het al bestaande lerarentekort.
Daarom is het zinvol om een systeem op te zetten voor het selecteren van vluchtelingen die zelf in het onderwijs hebben gewerkt en kunnen meehelpen. De overheid zou hier nu al over na moeten denken, vindt de AOb. "We hebben echt extra handen nodig."
De PO-Raad, de vertegenwoordiger van het basisonderwijs, zei vorige week al dat scholen "verplicht zijn om een passend onderwijsaanbod voor nieuwkomers te faciliteren". De raad roept Oekraïners met minderjarige kinderen op zich te melden bij een school, zodat hun kinderen zo snel mogelijk onderwijs kunnen krijgen.
Ook de PO-raad ziet obstakels voor scholen die de verantwoordelijkheid krijgen voor het lesgeven aan Oekraïense kinderen. Het meest prangende probleem is volgens de raad de taalbarrière. Precies dat probleem wordt tegengegaan door het inzetten van Oekraïense docenten. Volgens de AOb zijn deze mensen vaak "uiterst gemotiveerd" om juist hun eigen kinderen les te geven.