Hoewel minister Ferd Grapperhaus (Veiligheid) al heeft aangegeven dat de terrassen voorlopig nog niet open mogen, doen burgemeesters in het Veiligheidsberaad maandag toch opnieuw een appèl op het kabinet. Zij geven aan dat in hun gemeentes mensen steeds vaker en massaler de openbare ruimte intrekken en dat dit steeds lastiger is te handhaven.
Terrassen geven dan letterlijk en figuurlijk wat ruimte. Gasten zijn op terrassen beter te reguleren dan in de overvolle parken, stellen zij. "Overal zie je mensen buiten die zich niet langer houden aan de regels. Dan is handhaven geen optie", aldus Ahmed Aboutaleb van Rotterdam.
De burgemeesters denken het kabinet maandag met argumenten alsnog te kunnen overtuigen. "Wij gaan onze wensen alsnog een keer voorleggen", zegt onder anderen Aboutaleb voorafgaand aan het beraad over de coronamaatregelen. Behalve Grapperhaus schuift ook RIVM-baas Jaap van Dissel aan bij de vergadering van de voorzitters van de 25 veiligheidsregio's.
Aan de andere kant geeft Aboutaleb aan dat burgemeesters gezagsgetrouw zijn en doen wat het kabinet van ze vraagt. "Tot nu toe heeft het kabinet alleen een andere overtuiging", stelt Emile Roemer van Alkmaar. Het kabinet gaat uiteindelijk over de coronamaatregelen en de burgemeesters zijn loyaal, zegt Jan van Zanen (Den Haag). Maar volgens hem spreekt het een het ander niet tegen. "De maatregel is juist bedoeld om het aantal besmettingen te beperken." Op warme dagen ziet hij namelijk niet netjes twee badgasten op 1,5 meter op het strand zitten, maar juist groepen bij elkaar.
Sharon Dijksma van Utrecht trekt de terrassendiscussie breder. Zij wil net als onder anderen de andere burgemeesters van de grote steden dat ook bijvoorbeeld dierentuinen opengaan, omdat die ook meer ruimte geven aan de buitenruimte.
Voor Annemarie Penn-te Strake van Maastricht ligt het dilemma ingewikkelder. Als burgemeester van Maastricht vindt ze het fijn als de terrassen weer open kunnen omdat die fungeren als een "regelmechanisme", maar andere gemeentes in haar veiligheidsregio in Zuid-Limburg willen dit niet omdat zij te weinig handhavers hebben om dit te controleren. In de meivakantie trekken waarschijnlijk veel mensen naar het heuvellandschap van Limburg. Bovendien mogen de terrassen in België en Duitsland nog niet open. Daarom zijn de gemeentes in die regio bang voor een aanzuigende werking.
Haar collega Antoin Scholten van Venlo vindt echter dat het nu niet verstandig is om de terrassen te openen. "In Noord-Limburg zitten wij nu op de top van het aantal besmettingen. Ik kijk ook naar Duitsland. Het is een beetje gek als wij patiënten daarnaartoe uitplaatsen en als wij dan gaan versoepelen."