Het CNV start "zo snel mogelijk een juridische procedure" wegens de manier waarop het kabinet een vergoeding wil regelen voor mensen die in de zorg werken en langdurige coronaklachten hebben opgelopen. De vakbond is "bijzonder ontevreden" over een vrijdag door minister Conny Helder (Langdurige Zorg) gepresenteerd voorstel.
"Het is stuitend dat de minister niet na wil denken over aansprakelijkheid voor de ontstane situatie en de hele zaak teruglegt op de onderhandelingstafel van werkgevers en vakbonden. Daarmee maakt ze de rol van het ministerie van VWS in dit drama kleiner dan hij zou moeten zijn. We kunnen daar niet mee leven en zullen nu zo snel mogelijk een juridische procedure starten. De tijd dat we door het ministerie van VWS van het kastje naar de muur gestuurd worden is nu echt voorbij", aldus Gaby Perin-Gopie, voorzitter van CNV Zorg en Welzijn.
Het coronavirus dook bijna drie jaar geleden op in Nederland. In die beginperiode raakte een onbekend aantal zorgmedewerkers besmet met het virus. Bij sommigen zijn die klachten nooit meer overgegaan. Ze raakten eerder dit jaar hun baan kwijt, omdat ze toen twee jaar lang ziek waren.
Helder kondigde vrijdag aan dat ze volgende week met werkgevers gaat praten over een compensatie. FNV liet eerder op vrijdag al weten dat dit bij die bond in het verkeerde keelgat is geschoten. De minister "wil dat werkgevers en vakbonden een regeling gaan uitwerken aan de cao-tafel. Terwijl de frontstrijders die tijdens de eerste coronagolf besmet zijn geraakt, geen werkgever meer hebben", aldus vicevoorzitter Kitty Jong. Als er op die manier een regeling komt, moeten andere zorgmedewerkers die vergoeding "gaan betalen van het geld dat eigenlijk voor loonsverhogingen bedoeld is", aldus Jong. De FNV overweegt ook naar de rechter te stappen.
Volgens CNV "zijn veel slachtoffers die in de zorg hebben gewerkt al ontslagen, waardoor het volgens de bond onmogelijk is dat vakbonden en werkgevers daarover nog een regeling kunnen treffen, zoals minister Helder voorstelt". Tegelijk probeert de minister volgens de bond de groep die eventueel in aanmerking komt voor een regeling in te perken, iets waarvan CNV zegt dat hiermee voorbij wordt gegaan aan een eerdere uitspraak van de Raad van State.
Welke vorm de aangekondigde juridische procedure krijgt en wanneer die start, is nog niet duidelijk. Daarover is binnen het CNV later nog overleg. "Alle vormen zijn mogelijk", aldus een zegsman.