Ook de Tweede Kamer heeft "in meerderheid" gefaald in zijn taken en is daardoor mede-verantwoordelijk voor de ellende van gedupeerden van het nietsontziende fraudebeleid van de overheid. Die conclusie trekt de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de fraudeaanpak.
De Tweede Kamer nam "kwalitatief slechte wetten" aan en samen met journalisten hebben Kamerleden hard fraudebeleid op momenten aangejaagd. Het is de eerste keer dat de rol van de Kamer in bijvoorbeeld het toeslagenschandaal uitgebreid wordt belicht. Een eerder onderzoek van het parlement naar die affaire, ging daar juist niet over.
De commissie benadrukt tegelijkertijd dat de Tweede Kamer nauwelijks "als één instituut handelt". De conclusies en adviezen zijn dus gericht aan Kamerleden en niet aan de Kamer als geheel, aldus de commissie. Zij merkt op dat Kamerleden soms "tegen de stroom in" gaan en dat bijvoorbeeld het toeslagenschandaal nooit boven water was gekomen zonder het werk van enkele parlementariërs.
Er is volgens de commissie een patroon waarbij Kamerleden vaak wel vragen stellen, maar vervolgens niet doorpakken. Parlementariërs wijzen soms al in een vroeg stadium op grote problemen, en kunnen de "kern van ontwerp- of invoeringsfouten" raken. Maar het blijft veelal bij vragen, waardoor deze problemen blijven bestaan. Wetgeving wordt "soms heel oppervlakkig" behandeld, ook als het ingewikkelde wetten zijn met grote gevolgen voor mensen.
Kamerleden die wél hun huiswerk deden en slechte wetten probeerden aan te passen, kregen zelden steun van andere parlementariërs. Die lieten zich volgens de commissie te gemakkelijk "geruststellen" door het kabinet.
In sommige gevallen hebben Kamerleden niet alleen gefaald in hun taak als controleur van de overheid en medewetgever, maar hard en slecht fraudebeleid zelfs aangejaagd. Dit gebeurde veelal in "wisselwerking" met de pers, die er ook flink van langs krijgt in het rapport. De media hebben vaak te veel aandacht "voor ophef en conflict en minder voor het inhoudelijke debat".
Journalisten hebben onevenredig vaak over fraude met sociale zekerheid geschreven. "Sociale zekerheid werd synoniem voor fraude", concludeert de commissie. Kamerleden springen hier vaak weer op in, waardoor pers en parlement "het slechtste in elkaar naar boven" halen en een "papegaaiencircuit" ontstaat.
Om herhaling van schandalen als de toeslagenaffaire te voorkomen, beveelt de commissie de Kamer aan zijn taken serieus te nemen. Het kabinet moet het parlement beter informeren, en de Kamer moet zijn eigen positie versterken, bijvoorbeeld door meer ondersteuning te vragen.