Het is moeilijk om iets te doen tegen het projecteren van teksten op gebouwen bij demonstraties. Het valt in principe onder de vrijheid van meningsuiting, laat de Haagse burgemeester Jan van Zanen woensdag weten.
Bij demonstraties kan alleen worden ingegrepen "vanwege vrees voor wanordelijkheden, gevaren voor de gezondheid of de verkeersveiligheid", legt Van Zanen uit. Autoriteiten mogen niet optreden "omdat uitingen als schokkend, kwetsend of beledigend kunnen worden ervaren". Als dat gebeurt, is het aan het Openbaar Ministerie om daar iets tegen te doen.
Den Haag had het onderzoek gedaan na een projectie op het Mauritshuis in het centrum van Den Haag. Activisten van de partij BIJ1 toonden eind vorig jaar de leus 'from the river to the sea, Palestine will be free' op de voorgevel van het museum. Dat wordt gezien als een anti-Israëlische tekst, omdat het grondgebied van de staat Israël tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse Zee ligt.
Het Mauritshuis zelf kan achteraf wel naar de rechter stappen bij een projectie. "De gemeente heeft hierbij geen rol", schrijft de burgemeester. Het museum stapt echter niet naar de rechter, laat een woordvoerder weten.
Burgemeester Van Zanen zegt ook dat zulke projecties heel weinig voorkomen. In Den Haag is het in de afgelopen jaren drie keer gedaan zonder aanmelding. Twee keer ging het om een pro-Palestijnse boodschap en tijdens de jaarwisseling projecteerde Extinction Rebellion onaangekondigd een boodschap over het klimaat op het dak van het Binnenhof. Ook was er een aangekondigde projectie bij de ambassade van Hongarije.
Van Zanen zegt dat er contact is geweest met andere gemeenten waar zulke projecties waren, zoals Breda. Dat heeft volgens hem niet geleid tot nieuwe mogelijkheden. "Het wettelijke kader ten aanzien van zowel de vrijheid van meningsuiting/demonstratie, als dat van het strafrecht gelden voor heel Nederland. De burgemeesters in de andere steden lopen tegen dezelfde beperkingen aan."