Derdelanders vechten vertrek aan: ik vraag om gerechtigheid

06 mrt , 13:49 Landelijk
derdelanders vechten vertrek aan ik vraag om gerechtigheid
ANP
Drie vluchtelingen uit Oekraïne zonder Oekraïense nationaliteit hebben zich woensdag bij de rechtbank in Haarlem verzet tegen gedwongen vertrek uit Nederland. De rechtbank doet over drie weken, op 27 maart, uitspraak.
De rechtszaak bij de vreemdelingenkamer is de eerste in een reeks waarin zogeheten derdelanders in verzet komen tegen het terugkeerbesluit dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hen stuurde op grond van een beslissing van de Raad van State.
De eerste bodemprocedure is aangespannen door een 30-jarige man uit India, een 25-jarige man uit Pakistan en een 25-jarige man uit Ghana. Ze hebben overigens alle drie een Oekraïense partner, bleek tijdens de zitting.
De man uit India werkt als kok. "Ik heb hier de mogelijkheid te mogen werken. Mijn werkgever is heel erg blij met me", zei hij. De man uit Pakistan, Hamid Islam, studeerde werktuigbouwkunde in Oekraïne. "Ik ging naar Oekraïne om mijn master te halen, omdat daar het collegegeld lager is. Ik had verwacht dezelfde rechten te hebben als Oekraïners. Ik wil de rechtbank vragen om gerechtigheid."
De Raad van State, de hoogste bestuursrechter, oordeelde in januari dat de bescherming van derdelanders op maandag 4 maart "van rechtswege" stopt. Ze hebben nog tot 2 april de tijd om uit Nederland te vertrekken.
De derdelanders kregen eerst dezelfde tijdelijke bescherming in Nederland als gevluchte Oekraïners toen de oorlog uitbrak. Die tijdelijke bescherming hield in dat de vluchtelingen net als Oekraïners in Nederland mochten wonen, werken en studeren. Ook kwamen ze in aanmerking voor leefgeld.
Volgens de advocaten van de mannen uit India, Pakistan en Ghana is de beslissing van de Raad van State in strijd met het EU-recht. Bovendien hebben ze bij de Raad van State nooit verweer kunnen voeren tegen de einddatum 4 maart. "Die datum kwam uit de lucht vallen", zegt advocaat Marjon Peeters.
De advocaten vroegen de rechtbank om snel een voorlopige voorziening te treffen, zodat hun cliënten kunnen blijven werken en studeren en recht op opvang houden, tot de rechter in de beroepsprocedure heeft beslist. De rechtbank neemt hier een week de tijd voor.
Deze maand dienen soortgelijke zaken bij de rechtbanken in Amsterdam, Roermond, Den Bosch, Rotterdam, Arnhem en Zwolle. De rechtbank in Utrecht oordeelde maandag in een spoedprocedure dat drie derdelanders uit Marokko, Kameroen en Nigeria niet in Nederland mogen blijven werken.